Overheid in beroep tegen vonnis over terughalen IS-kinderen

De Staat gaat in beroep tegen het vonnis van de rechter van maandag over het terughalen van kinderen van IS-vrouwen uit Noord-Syrië. Dat laten ministers Ferd Grapperhaus (Justitie) en Stef Blok (Buitenlandse Zaken) dinsdag weten in een brief aan de Tweede Kamer.

Het kort geding was aangespannen namens 23 vrouwen en hun 56 kinderen, die vastzitten in twee kampen in het noorden van Syrië. De voorzieningenrechter in Den Haag bepaalde dat de Staat er alles aan moet doen om de kinderen naar Nederland te halen.

Advocaten van de IS-vrouwen hielden er al rekening mee dat de Staat in beroep zou gaan tegen het terughalen van kinderen uit twee kampen in Noord-Syrië.

Onduidelijk
Volgens de ministers zijn er echter nog dingen onduidelijk. "De uitspraak roept vragen op over een aantal aspecten dat mogelijk onvoldoende is meegewogen, waaronder de internationale betrekkingen", aldus de ministers. "Het kabinet heeft besloten in beroep te gaan bij een hogere rechter om hier zo spoedig mogelijk duidelijkheid over te krijgen.

Grapperhaus en Blok gaan wel meteen aan de slag met de uitspraak van de rechter, ondanks het hoger beroep. "De rechter heeft bepaald dat het vonnis dat er nu ligt direct uitgevoerd moet worden. Dat betekent dat het kabinet een aanvang zal maken met de nakoming van de inspanningsverplichting."

Nieuwe situatie
Voor de terugkeer van de IS-vrouwen zelf hoeft de Staat zich niet in te zetten, oordeelde de rechter. Maar als de Koerden die de kampen in Noord-Syrië bewaken de kinderen niet zonder moeders willen laten vertrekken, ontstaat er een nieuwe situatie. Dan moet de overheid wel kijken of zowel moeders als kinderen kunnen worden teruggehaald.

De voorzieningenrechter in Den Haag zei maandag dat de kinderen in een acute noodsituatie verkeren door de erbarmelijke omstandigheden in de kampen. Hij stelde dat de kinderen het slachtoffer zijn van hun ouders en dat de Staat ze volgens internationale verdragen bescherming moet bieden. Terughalen is dan de enige optie, stelde de rechter.

Baby en peuter onder voogdij Jeugdzorg Nederland
Eerder oordeelde de rechtbank in Den Haag al dat een baby en een peuter die momenteel zonder ouders in kamp Al Roj in Syrië verblijven onder voorlopige voogdij van jeugdzorg in Nederland geplaatst. Het gaat om de kinderen van de Nederlandse Jihadstrijder Hatim Rodgers.

Rodgers is in Nederland bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. Zijn Nederlandse nationaliteit is hem in 2017 ontnomen. Hatim Rodgers zou zich naar verluidt hebben overgegeven aan de Koerden. De uit Litouwen afkomstige moeder van de jongetjes is dit jaar in maart in het IS-bolwerk Baghouz doodgeschoten.