Rotterdamse haven controleert niet standaard op nucleair materiaal
09-11-2016
•
leestijd 2 minuten
•
312 keer bekeken
•
Veertig procent van de zeecontainers die de Rotterdamse haven binnenkomen en met binnenvaartschepen verder worden vervoerd, gaat niet standaard door een nucleaire detectiepoort. Dat blijkt uit onderzoek van het programma ZEMBLA. De opsporing van nucleair materiaal is een taak van de douane en gebeurt met nucleaire detectiepoorten. Als er straling wordt gemeten, gaat er een alarm af. ECT, die 70 procent van de containers overslaat, stelt in ZEMBLA dat containers die verder gaan via de binnenvaart niet door hun poorten gaan: "Wij hebben de nucleaire detectiepoortjes wel op onze terminals staan, maar die staan er onder volledige verantwoordelijkheid van de douane. Daar gaan treinen doorheen en daar gaan vrachtwagens doorheen". Ook terminal APM zegt dat de containers voor de binnenvaart niet door een vaste nucleaire detectiepoort gaan.
Aanleiding voor de plaatsing van nucleaire detectiepoorten zijn de aanslagen in de Verenigde Staten in 2001. Op aandringen van de Amerikanen worden ze geïnstalleerd. Voorzitter Van der Smissen van de vakbond van douanepersoneel NCF zegt in ZEMBLA: "Als slechts een klein deel langs deze poort gaat en het grootste deel gaat via de binnenvaart op binnenvaartschepen en dan het land in waar het zo kan worden afgeladen, waar controleer je dan op?”
Volgens defensiespecialist Rob de Wijk is het bekend dat terroristen op zoek zijn naar radioactief materiaal.
"Absoluut. Daar willen ze vuile bommen van maken en dat is ook een aantal maal gebeurd. Er zijn wat casussen bekend in Europa maar ook in Amerika van pogingen om vuile bom te maken. Die hebben een conventioneel normaal explosief en daar omheen drapeer je radioactief materiaal wat bijvoorbeeld uit ziekenhuizen afkomstig kan zijn. Het zijn geen massavernietigingswapens maar het zijn eigenlijk wapens waarmee je ongelooflijke angst kunt aanjagen”.
De redenen dat de controle niet standaard gebeurt, zoals bij het vervoer over de weg of het spoor, staan in een rapport uit 2008 in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
“Scanning en uitvoeren van nucleaire detectie door de douane in de zeehaven vormt een bottleneck in het logistieke proces. Het frustreert de snelle doorstroming van containers en daarmee de afhandeling van de binnenvaart. (..) “Dat is een omslachtig, tijdrovend en ruimte innemend proces wat daardoor zeer kostbaar is.”
De Wijk benadrukt in ZEMBLA: "Het is natuurlijk een hele belangrijke economische component die aan dit soort controlemechanismes vastzit."
Het is maar net welk risico je bereid bent te accepteren. En het is altijd een afweging tussen de hoeveelheid geld en mankracht die je bereid bent om te besteden aan het verminderen van die risico’s en de opbrengst die het uiteindelijk oplevert”.
De douane laat ZEMBLA weten: "Daar waar containers niet langs een detectiepoort komen, kan de douane met behulp van mobiel inzetbare detectieapparaten op een andere locatie de containers meten."
Verantwoordelijk staatssecretaris van Financiën Wiebes wilde niet in ZEMBLA reageren wegens een volle agenda.