Uitstoot fosfaat flink omlaag, maar nog niet genoeg
28-04-2017
• leestijd 2 minuten
De Nederlandse melkveehouderij is erin geslaagd de uitstoot van fosfaat het afgelopen kwartaal met 4,5 miljoen kilo te verminderen tot 175 miljoen kilo. Dat meldt staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken vrijdag. De hoeveelheid is nog 2,1 miljoen kilo boven de door de Europese Unie gestelde norm van 172,9 kilo per kwartaal.
Van Dam is vorig jaar samen met de zuivelbedrijven een plan gestart om de uitstoot van fosfaat, vooral veroorzaakt door mest, te verminderen. Om dat te bereiken is een aantal maatregelen afgesproken. Zo is vorig jaar begonnen met de inkrimping van de melkveestapel met 90.000 dieren en is het fosforgehalte in veevoer verlaagd.
Van Dam sluit niet uit dat er aanvullende maatregelen nodig zijn om de uitstoot onder de Europese norm te krijgen. De partijen hopen dat nog dit jaar te bereiken.
In mei een tweede en laatste openstelling voorzien, zo schrijft staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) in een brief aan de Tweede Kamer. Boeren kunnen 730 euro subsidie per koe krijgen wanneer zij helemaal stoppen met hun bedrijf. De regeling zal worden opengesteld van 8 tot en met 14 mei.
Verwacht wordt dat de subsidieregeling in totaal maximaal 1,5 miljoen kilo fosfaatreductie oplevert, in plaats van de beoogde doelstelling van 2,5 miljoen kilo. Dit zal elders binnen het fosfaatreductieplan worden gecompenseerd. De Kamer wordt hierover op korte termijn nader geïnformeerd, naar aanleiding van de eerste kwartaalrapportage van het fosfaatreductieplan.
Stoppersregeling
Wel is duidelijk dat er minder boeren zullen stoppen met hun bedrijf via de subsidieregeling beëindiging melkveehouderij dan voorzien, omdat er vanwege staatssteunregels geen derde openstelling komt. Daarnaast is er buiten de melkveesector een lichte stijging van het aantal dieren, zoals kippen en varkens, die fosfaat uitstoten.
Maatregelen
Daarom is besloten om de reductiedoelstelling voor melkveehouders op te hogen van 4 naar 5 miljoen kilo fosfaat. De komende weken wordt onderzocht welke aanvullende maatregelen hiervoor nodig zijn. Hier wordt begin juni over besloten. Daarbij wordt gekeken of het mogelijk is het fosforgehalte in het veevoer verder te verlagen. Ook zal dan het exacte reductiepercentage voor de derde periode van dit jaar worden vastgelegd. Hierover is tot nu toe aangegeven dat dit maximaal 20% zal zijn, tegenover respectievelijk 5 en 10% in de eerste twee perioden van dit jaar. Boeren die meer dan 10% zijn gegroeid kunnen hier nu al tijdig op inspelen.
(
CBS
)