Waarschuwing voor de toekomst: ‘In bijna het hele land mogelijk te weinig huisartsen’
01-05-2019
•
leestijd 3 minuten
•
172 keer bekeken
•
"Bij de hoogste voorspellingen (een stijging van de zorgvraag met 1,8 procent) zullen er zelfs in bijna het hele land te weinig huisartsen zijn om in de vraag naar huisartsenzorg te voorzien”, zo schetst de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) de toekomst. Het onderhandelingsakkoord voor de huisartsenzorg, dat vorig jaar is gesloten, was welkom, maar de zorgen voor de toekomst zijn daarmee nog lang niet weggenomen. ZEMBLA sprak onder meer met de LHV over de veranderingen die het akkoord teweeg heeft gebracht.
“Huisartsen zijn blij met de erkenning” die er met het akkoord is gekomen, zegt de LHV. Maar de grote problemen zijn zeer complex. Een van de onderdelen van het akkoord is dat er twaalf miljoen euro extra beschikbaar is voor de zorg aan patiënten uit achterstandswijken.
Praktijk van de achterstandsdokter
In de ZEMBLA-uitzending ‘
Praktijk van de achterstandsdokter
’ was er veel aandacht voor de werkdruk voor patiënten in achterstandswijken. De 12 miljoen euro lijkt veel, maar dat extra geld moet je ook in perspectief zien, vindt LHV. “Veel huisartsen krijgen maar een klein beetje meer omdat ze een beperkt aantal patiënten hebben die in een achterstandswijk wonen.” Voor de huisartsen die wel zorg verlenen aan deze patiënten “geeft het wat ruimte om meer tijd te besteden aan deze patiënten”, aldus LHV.
Maar wie naar het grootste probleem kijkt, de huisartsentekorten, weet dat het extra geld een druppel op een gloeiende plaat is. Afgelopen jaar publiceerde de LHV, in samenwerking met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
een onderzoek
onder huisartsenpraktijken. Daaruit blijkt dat, landelijk gezien, 29 procent van de praktijken een groot tekort aan huisartsen verwacht voor 2019.
Werkdruk Een probleem dat volgens de LHV zeer complex is en verschillende dimensies kent. Dat vraagt om verschillende oplossingen per regio. Landelijk zijn er ook zaken die anders moeten, vindt LHV. Zo moet het aantal opleidingsplekken voor de huisartsenopleiding omhoog en het huisartsenvak moet aantrekkelijker worden: ‘’Als we het vak aantrekkelijk willen houden, dan zal er iets aan die werkdruk moeten worden gedaan. Zoals: minder administratieve lasten, meer mogelijkheden voor ondersteuning in de praktijkvoering en in de samenwerking tussen huisartsenpraktijken.’’
Wat met het akkoord al wel ten goede is veranderd is het probleem waar veel huisartsen in achterstandswijken tegenaan liepen: de adresdichtheid. Om voor extra geld in aanmerking te komen, moest het aantal woningen per vierkante meter hoog zijn in de omgeving van een huisartsenpraktijk. Een park of een meubelboulevard in de wijk zorgde er al voor dat de buurt niet meer voldeed aan de adresdichtheid. Dit criterium is door het nieuwe onderhandelingsakkoord geschrapt.
Zo wordt er bijvoorbeeld bij huisarts Anja Vrakking, werkzaam bij gezondheidscentrum GAZO in Amsterdam-Zuidoost, meer gericht gekeken naar het inkomen van gezinnen, de achtergrond van patiënten en hoeveel eenoudergezinnen er in de buurt van de praktijk zijn.
Lobby na ZEMBLA
Vrakking vertelt dat er naar aanleiding van de ZEMBLA-uitzending een flinke lobby op gang is gekomen binnen GAZO. Dat heeft tot veranderingen geleid binnen het gezondheidscentrum. Naast dat er wordt gekeken naar de fysieke klachten van patiënten heeft Vrakking nu meer tijd om te kijken naar de psychologische, maatschappelijke en sociale kant van het verhaal. Factoren die ook invloed hebben op hoe iemand zich voelt.
Vrakking geeft wel aan dat de werkdruk niet per sé minder is geworden, maar door extra ondersteuning merkt zij dat het werk plezieriger wordt. Zo is er een coördinator aangenomen om roosters juist af te stemmen en is er wekelijks een waarnemer aanwezig om ondersteuning te bieden waardoor huisartsen zich kunnen focussen op de patiëntenzorg.
Het werk aantrekkelijker maken
Ondanks de positieve veranderingen binnen de praktijk, maakt Vrakking zich net als de huisartsenvereniging zorgen over de toekomst van de huisartsenzorg. ‘’We moeten creatiever denken. Er wordt op dit moment ingezet op meer specialisten, maar we moeten investeren in verpleegkundigen en het werk aantrekkelijker maken.’’ De LHV hamert op extra financiële ruimte om meer personeel in te kunnen schakelen, maar ook letterlijk meer ruimte zodat er plek is voor die extra medewerkers en huisartsen. LHV: “Mooi als de gemeente, de provincie, de zorgverzekeraars, de huisartsenopleidingen, de landelijke overheid en de huisartsen zelf hierin samen kunnen optrekken. Want voor iedereen is er een taak te doen om te zorgen dat we genoeg huisartsen hebben en blijven houden in het hele land.”