In de uitzending 'Verstijfd van angst' vertelt Marcelle Bos hoe ze jarenlang worstelde met het feit dat ze niet protesteerde toen ze werd verkracht. Ze kreeg namelijk een freeze-reactie. "Tijdens een levensbedreigende situatie kunnen er drie reacties van je lichaam optreden: vluchten, vechten en bevriezen", legt psycholoog Agnes van Minnen uit.
Agnes van Minnen is hoogleraar klinische psychologie aan de Radboud Universiteit en expert op het gebied van PTSS, trauma en angst. Ze heeft eerder het boek ‘ Verlamd van angst ’ geschreven, dat gaat over verstijven van angst tijdens seksueel misbruik.
Vluchten, vechten en bevriezen zijn natuurlijke, automatische reacties die door je hersenen worden ingegeven om je leven te redden. Je brein maakt razendsnel een keuze uit de drie opties in hiërarchische volgorde. "Als het slachtoffer kan vluchten, is dat de eerste reactie, want dat is het makkelijkste. Daarna volgt de optie om te vechten en daarna om te bevriezen."
Je lichaam staat tijdens een levensbedreigende situatie in een overlevingsstand, dus de overwegingen worden instinctief gemaakt. "Het is te vergelijken met dat je je vinger brandt en je hand terugtrekt, zo snel gebeurt de handeling", licht ze toe. "Je kiest er dus niet bewust voor."
Een bevriezingsreactie leidt bij sommige mensen tot verlamming van je spieren, bij anderen juist tot stijfheid van de spieren, alsof je letterlijk bevriest. In tegenstelling tot de vlucht- of vechtreactie, daalt de hartslag en ademhalingsfrequentie bij bevriezing. Verder neemt je lichaamstemperatuur af en vernauwen de bloedvaten waardoor je het ijskoud kan krijgen. "Door al die lichamelijke reacties overleef je makkelijker: je hebt minder zuurstof nodig en je verliest minder bloed bij eventuele verwondingen", zegt Van Minnen.
Dissociatie, het gevoel dat je wordt ontkoppeld van je lichaam, is een onderdeel van de verlammingsreactie. “Dit heeft als voordeel dat je emoties en pijn blokkeert, waardoor het nog steeds een optie is om te vluchten of te vechten zodra het kan”, aldus Van Minnen. “Maar dat betekent ook dat je het gevoel hebt dat je niet meer zelf kunt beslissen over wat je doet en hoe je reageert.” Een slachtoffer kan zelfs glimlachen tijdens seksueel geweld, terwijl hij of zij in feite doodsbang is.
Vaak kunnen slachtoffers tijdens de freeze-reactie niet om hulp roepen, omdat hun spieren - dus ook de spieren rondom de stembanden - verlamd zijn. Van Minnen vergelijkt het gevoel met wat mensen in nachtmerries meemaken: "Je wilt heel hard wegrennen of schreeuwen, maar het lukt niet."
Ondanks dat de spieren verlamd of verstijfd zijn, is penetratie nog steeds mogelijk. Zelfs als dat met geweld gebeurt, kunnen vrouwen toch vochtig worden. Voor slachtoffers is dit achteraf vaak onbegrijpelijk, ze konden niets doen maar dat gedeelte werkte wel. "Dit kan worden verklaard vanuit het overlevingsperspectief", vertelt Van Minnen. "Door het vochtig worden van de vagina bereidt de vrouw een penetratie voor, gewild of ongewild." Dit zorgt ervoor dat minder verwondingen of scheurtjes in de vaginawand ontstaan. "Het lichaam beschermt je dus tegen lichamelijke verwondingen, omdat het 'meewerkt' aan het seksueel geweld."
De ‘bevriezing’ duurt zo lang als de situatie levensbedreigend is. Ook al lijkt het alsof het slachtoffer niet meer reageert, de hersenen zijn super alert. Dit verklaart ook waarom slachtoffers na zo’n reactie vaak nog zoveel levendige details kunnen herinneren, vertelt Van Minnen. "Informatie naar buiten toe wordt afgeremd, waardoor je niet kan bewegen, maar alle informatie van buitenaf komt op een normale manier of zelfs versterkt binnen."
Mensen die een verlammingsreactie hebben, houden de dader voortdurend in de gaten om alsnog te kunnen vluchten of vechten zodra het kan. "Je lichaam verandert dan in een milliseconde van een verlamde naar een spieractieve toestand om ervandoor te gaan."
Kijk de uitzending 'Verstijfd van angst':
De omgeving na een freeze-reactie
Van Minnen ziet in haar praktijk dat slachtoffers na een freeze-reactie vaker last hebben om deze traumatische gebeurtenis te verwerken. "Dat komt ook door de vragen van de omgeving, zoals 'waarom heb je niets gedaan?' waardoor slachtoffers zichzelf gaan afvragen ‘waarom heb ik in godsnaam niets gedaan?'" Maar, vertelt ze, "eigenlijk hebben ze iets goeds gedaan, want ze hebben het overleefd en dat was de bedoeling van je lichaam."
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.