Wederhoor bij uitzending 'De uitgeputte bodem: het grote geld'
25-03-2021
•
leestijd 13 minuten
•
2077 keer bekeken
•
Voor deze uitzending hebben we LTO, Copa Cogeca, Agrifirm, ForFarmers, Nefyto, Croplife Europe, Nefyto en BASF benaderd. Ze willen allemaal niet op camera reageren, alleen schriftelijk. Hieronder onze vragen en de schriftelijke reacties die we daarop ontvingen.
Vragen Zembla aan LTO
We hebben de afgelopen weken onderzoek gedaan naar de lobby tegen de Farm to Fork Strategie van de Europese Commissie in Brussel. We zien dat diverse partijen die zich in Nederland hard maken voor verduurzaming, onder andere als partner van het Deltaplan Herstel Biodiversiteit, zich in Brussel indirect tegen verduurzaming verzetten. Ook LTO. LTO is namelijk via de NCR aangesloten bij Copa Cogeca. Deze belangenorganisatie van boeren en coöperaties verzet zich tegen de plannen van de EC. De plannen zouden de voedselveiligheid bedreigen, onvoldoende wetenschappelijke basis hebben en ivm covid moeten worden uitgesteld. Dat blijkt onder meer uit een brief die Copa Cogeca op 2 april 2020 stuurt aan de commissarissen Timmermans, Kyriakides en Wojciechowski (Agriculture):
Given these dire circumstances that the sector is facing, I would like to support the postponement of the presentation and adoption of the Communication on the Farm to Fork Strategy that the Commission is considering for later this month. In this regard, and to maintain policy consistency and coherence, we call for a fact and sciencebased reflection on this strategy across the entire food supply chain, one that is clearly based on the lessons learned from managing this global pandemic. […] While Copa-Cogeca supports a transition to more sustainable production and consumption systems, given the current pandemic and its impact on society as a whole and the sector in particular, it is necessary to postpone the adoption of the Communication on the Farm to Fork Strategy. In particular, some of the targets that are currently being considered are likely to have farreaching consequences for the volumes of food being produced in the EU and therefore the Union’s food security. Uit een verslag van de Praesidia-bijeenkomst die Copa Cogeca hield op 18 juni 2020 waarbij commissaris Kyriakides aanwezig was: Er zou meer geld nodig zijn; er moet een effectbeoordeling worden uitgevoerd om de effecten op de huidige landbouw te meten; en reductiedoelstellingen moeten "gebaseerd zijn op wetenschap". En in een brief aan diezelfde commissaris schrijft Copa Cogeca op 25 juni 2020:
In general, imposing a reduction in the use of inputs in agricultural production is neither realistic nor desirable we believe that the current targets on plant protection products, antimicrobials, and fertilisers as proposed in the Farm to Fork Strategy would threaten EU food security and food safety if farmers are not equipped with a toolbox of efficient alternatives We would also like to stress that the requirements and challenges involved in meeting this very ambitious target- more than tripling organic surface area in the EU by 2030 - are extremely high. […] It is essential to ensure that this target will not jeopardise food security.
In uitgelekte amendementen die Copa Cogeca heeft ingediend op Farm to Fork, worden verwijzingen naar de impact van het huidige landbouwsysteem op de biodiversiteit weggestreept en om aanvullend wetenschappelijk bewijs gevraagd.
“whereas Europe’s food system should deliver food and nutrition security in a way that contributes to social well-being and maintains and restores ecosystem health; whereas currently, the food system is responsible for a range of impacts on human and animal health and on the environment, the climate and biodiversity; whereas the way in which we produce and consume food needs to transform adapt in order to ensure coherence with the SDGs, the Paris Agreement, the Convention on Biological Diversity and EU policies”
“Welcomes the notion of rewarding carbon sequestration in soils; stresses, however, that intensive and industrial agriculture and farming models with negative impacts on biodiversity should not receive climate funding or be incentivised; calls for the proposals to be in line with the environmental objectives and the ‘do no harm’ principle of the Green Deal; “
“Underlines that the Commission should base legislative proposals on scientifically-sound ex-ante impact assessments describing the methods of calculation of the targets and the baselines and reference periods of each individual target, after consultation with the Member States; the cumulative effects of the legislative proposals should be taken into account;”
On behalf of the Dutch Organisation for Agriculture and Horticulture, LTO Nederland, I am hereby addressing you concerning the Farm to Fork strategy, of which the communication reportedly will be published April 29th. In our opinion, the publication and associated discussions, should be postponed. […] The information we currently have on the Farm to Fork strategy shows that extra efforts are required from agricultural entrepreneurs when new measures are implemented. In this confusing and challenging time, we do not believe this is what helps farmers and growers most. What is needed now, next to adequate support measures, is certainty and stability. […] In these days of crisis, we all feel that food security needs to be on top of the agenda again. We see in citizens hoarding food in supermarkets and in societies all over the world fearing for food crises as a result of the pandemic.
En op Twitter: Nederlandse #boeren en #tuinders lopen wereldwijd voorop in kwaliteit en duurzaamheid De #farmtofork-strategie kunnen een kans zijn voor boeren en tuinders, maar de wetenschappelijke- en sociaaleconomische onderbouwing schiet tekort
Onze vragen: - Waarom lobbyt LTO direct en via Copa Cogeca tegen Farm to Fork? - Vindt LTO echt dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is? Critici zeggen dat dit beproefde vertragingstactieken zijn. Wat is jullie reactie? - Is LTO tegen de doelstellingen van Farm to Fork (groei biologisch / subsidie gebruiken voor vergroening / sterke reductie bestrijdingsmiddelen)? - En hoe verhoudt de lobby tegen Farm to Fork zich tot de verduurzamingsplannen van LTO in Nederland en het partnerschap van het Deltaplan Herstel Biodiversiteit?
Antwoord LTO
Verbetering van bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit is voor boeren en tuinders van groot belang. Onze leden zetten zich daar op tal van manieren voor in – van de meer dan 10.000 ondernemers die aan Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer doen tot de vele individuele en collectieve projecten, pilots en onderzoeken op het gebied van bloeiende akkerranden, kruidenrijk grasland, bodemverbetering, weidevogelbeheer, waterkwaliteit en klimaatinspanningen. Verduurzaming is niet van vandaag of gisteren – de afgelopen 30 jaar zijn al grote, meetbare stappen genomen. Boeren en tuinders kunnen en willen meer. De ervaring leert dat voldoende ruimte in regelgeving én beloning voor maatschappelijke diensten die niet in de prijs van het product terugkomen voorwaarden voor succes zijn. Boeren en tuinders hebben oplossingen, LTO zet zich er voor in dat die in de praktijk van wet- en regelgeving en een open economie kunnen worden toegepast en waargemaakt. Als belangenbehartiger is het ook onze taak om onze visie te geven op politieke ambities en de verankering daarvan in wet- en regelgeving. Altijd gestoeld op feiten en met aandacht voor de bredere maatschappelijke uitdagingen waarvoor wij onderdeel van de oplossing kunnen zijn. We leggen daarbij de nadruk op de raakvlakken en dat wat ons verbindt, maar zullen – zoals gebruikelijk in een democratische samenleving – ook altijd waarschuwen als beleidsmakers in onproductief blauwdrukdenken dreigen te verzanden of onrealistische doelen stellen. De werkelijkheid laat zich beïnvloeden door beleid maar komt uiteindelijk niet tot stand achter de tekentafel maar rond het erf, in de stal en op de akker. Daar zijn vele voorbeelden van: ruim 800 leden van Natuurrijk Limburg beheren gezamenlijk meer dan 500 kilometer struweelhagen en knip- en scheerheggen. In de Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen richt de pilot Akkerbelt zich op de vergroening van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zodat die rendeert voor boer, natuur en omgeving. LTO Noord biedt akkerbouwers, tuinders en veehouders in het project ‘Van bodemkennis naar bodemkunde’ via bodembijeenkomsten, een bodemcursus en een bodembeleefdag praktische handvaten om de bodem in goede conditie te houden. En ZLTO spant zich in voor carbon farming, waarmee ondernemers het koolstofgehalte in de bodem verhogen: goed voor bodemleven, waterhuishouding en atmosfeer. LTO Nederland is betrokken bij de publiek private samenwerking Beter Bodembeheer en initiatiefnemer van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. (Leden van) de LTO’s zijn ook betrokken bij de talloze kringloopinitiatieven die Nederland rijk is. Samen op zoek gaan naar de juiste beleidsomstandigheden die verdere verduurzaming in een open markteconomie mogelijk maakt brengt de maatschappij verder dan politieke oneliners. Daar blijft LTO zich voor inzetten.
Vragen van Zembla aan Copa Cogeca
We hebben Copa Cogeca dezelfde vragen voorgelegd als aan de LTO. Copa Cogeca heeft in het geheel niet gereageerd op diverse mails, telefoontje en apps.
Vragen van Zembla aan veevoerbedrijven Agrifirm en Forfarmers
Zembla vroeg ondermeer: - Hoe kijken veevoeders als Agrifirm en Forfarmers, die sojaschroot importeren uit Zuid Amerika importeren, kunstmest en bestrijdingsmiddelen verkopen naar hun eigen rol? - Hoe verhoudt hun businessmodel zich tot het partnerschap van en de ambities van het Deltaplan Herstel Biodiversiteit? - Hoe informeren hun adviseurs de boeren die zij bezoeken? - Hoe kijken ze naar de ambities van de Farm for Fork strategie? (groei biologisch / subsidie gebruiken voor vergroening / sterke reductie bestrijdingsmiddelen)
Antwoord van Forfarmers
ForFarmers ziet dat de agrarische sector in toenemende mate voor de uitdaging wordt gesteld om steeds meer voeding te produceren voor de groeiende wereldbevolking, en tegelijkertijd dit te doen met steeds minder impact op het milieu. In enkele landen worden al enige tijd maatregelen getroffen door de politiek waaraan de sector zich moet confirmeren met als doel natuur, klimaat en biodiversiteit te verbeteren. Het stikstofdebat in Nederland is hier een voorbeeld van. Door de introductie van de Europese Green Deal zullen in alle Europese landen milieumaatregelen worden geïntroduceerd, om de sector meer duurzaam te maken. Terwijl wij voortdurend streven naar een verdere verduurzaming van de sector, zullen we er ook steeds op blijven wijzen dat klimaat en natuur mondiale thema’s zijn waarvoor op wereldniveau naar oplossingen moet worden gezocht. Het verplaatsen van de productie van zuivel, vlees en eieren naar landen die minder strikte regelgeving hebben voor wat betreft duurzaamheid, diergezondheid en dierenwelzijn is in deze geen route die wij voorstaan. Onze duurzaamheidsagenda Going Circular For the Future of Farming richt zich op het omzetten van laagwaardige materialen in kwalitatief hoogwaardig voedsel, zonder verspilling van grondstoffen en zonder vervuiling. Voor de productie van onze voeders maken we bijvoorbeeld waar mogelijk gebruik van reststromen (co-producten) uit de voedingsindustrie die niet geschikt zijn voor directe humane consumptie. We houden in onze aanpak rekening met de maatschappelijke grenzen waarin we moeten handelen.
Antwoord van Agrifirm
Graag geven we vanuit Agrifirm feedback op de gestelde vraag: “Is Agrifirm tegen de doelstellingen van Farm to Fork (groei biologisch / subsidie gebruiken voor vergroening / sterke reductie bestrijdingsmiddelen)?”
Agrifirm’s visie is een Verantwoorde Voedselketen voor Toekomstige Generaties. Agrifirm realiseert zich dat een transitie van het huidige voedselsysteem noodzakelijk is, maar wijst er tevens op dat deze transitie ook voor de boeren mogelijk moet zijn. Het verdienvermogen moet daarvoor voldoende zijn en regelgeving moet deze transitie faciliteren. Daarbij zoekt Agrifirm naar brede transitiemogelijkheden, waarbij het de gehele agrarische sector mogelijk wordt gemaakt om deze stappen te zetten. Ook in onze eigen strategische doelstellingen staan zaken als: bijdragen aan de reductie van het gebruik van antibiotica in de veehouderij, het reduceren van de negatieve impact van gewasbeschermingsmiddelen buiten het perceel en het verbeteren van de biodiversiteit (zowel op het perceel als daarbuiten), het versterken van transparantie in de voedselproducerende ketens, het reduceren van de broeikasgasemissies in de gehele keten en voor onze eigen bedrijven in het bijzonder.
Ten aanzien van gewasbeschermingsmiddelen: Zoals hiervoor geschreven streeft Agrifirm naar het reduceren van de impact van gewasbeschermingsmiddelen buiten het perceel. De aanpak, die we daarvoor introduceren, heet Geïntegreerde Teeltaanpak. Daarbij staat bodemvruchtbaarheid centraal. Binnen deze aanpak wordt geadviseerd om weerbare gewassen en cultivar te selecteren, optimaal gebruik te maken van natuurlijke vijanden en bestrijding, en bij de inzet van gewasbeschermingsmiddelen de impact te minimaliseren door groene gewasbeschermingsmiddelen in te zetten (zover beschikbaar) en precisietechnieken te gebruiken. Daarmee streven we ernaar uiteindelijk geen negatieve impact buiten het perceel te realiseren (op dit moment bepaald aan de hand van de CLM Milieumaatlat) en de biodiversiteit te verbeteren. Biodiversiteit kent feitelijk twee aspecten: de functionele agrobiodiversiteit en de algemene biodiversiteit. Als Agrifirm willen we ook optimaal gebruik maken van biodiversiteit en de natuurlijke vijanden van bijvoorbeeld de ongewenste insecten in de teelt daarmee helpen bestrijden (functionele agrobiodiversiteit). Dit is een relatief nieuw vakgebied, zeker in de buitenteelten waar Agrifirm actief is. Daarom zijn we ook actief betrokken bij het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Enerzijds worden door de partijen verenigd in het Deltaplan belangrijke tools ontwikkeld -zoals de Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij en Akkerbouw-, anderzijds kunnen we hier (mede) kennis ontwikkelen t.a.v. de functionele biodiversiteit en de samenhang met de algemene biodiversiteit en zijn we ook in staat om onze ontwikkelpaden af te stemmen.
Ten aanzien van je vraag over de ontwikkeling van de biologische landbouw:Agrifirm heeft een groot BioTeam, dat zich bezighoudt met de biologische landbouw. Dit is een belangrijk segment, dat ieder jaar groeit. Wel is het belangrijk te realiseren dat de marktvraag de groei van de biologische sector bepaalt. Maar Agrifirm is ook van mening dat de niet-biologische sector bezig is met een belangrijke transitie van het voedselproducerende systeem. Daarbij wordt ook veel geleerd vanuit de biologische sector en toegepast in de gangbare landbouw.
Tenslotte je punt ten aanzien van de inzet van subsidies: De discussie over de inzet van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid laten we over aan de vertegenwoordigers van de primaire sector. In zijn algemeenheid zijn we als Agrifirm wel van mening dat de transitie van het voedselsysteem ook financieel mogelijk moet zijn voor de boeren en telers. Daarbij is hulp van de publieke sector onontbeerlijk. In welke vorm (subsidies, betaling voor maatschappelijke diensten, etc.) zal de toekomst moeten uitwijzen. Daarnaast zetten we ons ook in om korte ketens te helpen realiseren, waarbij ook de consument de gelegenheid krijgt om haar (financiële) bijdrage aan de transitie te leveren.
Vragen van Zembla aan NEFYTO/CROPLIFE EUROPE/BASF
We hebben de afgelopen weken onderzoek gedaan naar de lobby tegen de Farm to Fork Strategie van de Europese Commissie in Brussel. We zien dat diverse partijen die zich in Nederland hard maken voor verduurzaming, onder andere als partner van het Deltaplan Herstel Biodiversiteit, zich in Brussel indirect tegen verduurzaming verzetten. Ook Nefyto/BasF.
Nefyto/BasF zijn namelijk aangesloten bij Croplife Europe. Deze belangenorganisatie van producenten van gewasbeschermingsmiddelen verzet zich tegen de plannen van de EC. De plannen zouden niet realistisch zijn en onvoldoende wetenschappelijke basis hebben. En er zijn vragen over de gevolgen voor de voedselveiligheid. Dat blijkt onder meer uit het verslag van een meeting van Croplife met top officials van DG Agriculture, eind maart 2020: o The crop protection industry is open to discuss any reduction targets. The industry has constantly been working to reduce the use of pesticides for several years. However, this objective must be realistic and based on science. o Science-based and innovative solutions should be at the heart of the European Green Deal and the Farm to Fork Strategy. In this regard, ECPA will soon announce its own “strategy” for the sustainable use of pesticides. It will show how much the industry is investing and will invest in bio-pesticides and digital agriculture to help farmers use less chemical pesticides. o The 50% reduction figure disclosed is not considered realistic by the crop protection industry. The development of bio-pesticides is promising, but these products cannot fully replace chemical pesticides. In addition, French experience shows how difficult it is to reach such a high target.
In een position paper schrijft Croplife: To really improve sustainability, a careful assessment of trade-offs based on evidence, not rhetoric, is needed. We would like to encourage the Commission to consider adding an indicator that also measures the consequences that farmers will face if no alternative solutions are brought on time to the market. […], more agricultural land is needed to maintain the same level of productivity and more greenhouse gas emissions are likely due to more interventions in the fields. Ook maakt Croplife haar positie duidelijke in deze filmpjes van Geraldine Kutas:
En in deze reactie op Farm to Fork: We are open to discuss a reduction target, providing it is sciencebased and realistic. The proposed reduction rate of 50% is not realistic and will not have the desired effect of having a more sustainable food production model in Europe.
We zien dezelfde argumenten ook terug op de site van Nefyto: “Maar wij plaatsen grote vraagtekens bij de haalbaarheid van de geformuleerde doelstellingen van Farm to Fork. De wetenschappelijke basis voor de doelstellingen ontbreekt. Als industrie pleiten wij voor op wetenschap gebaseerde en realistische doelstellingen, die aansluiten bij zowel het gebruik als de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen. Hiervoor moet een zorgvuldige impact assessment worden uitgevoerd.”
- Waarom lobbyen Nefyto en BasF direct en via Copa Cogeca tegen Farm to Fork? - Vinden Nefyto en BasF echt dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is? Critici zeggen dat dit beproefde vertragingstactieken zijn. Wat is jullie reactie? - Zijn Nefyto en BasF tegen de doelstellingen van Farm to Fork (groei biologisch / subsidie gebruiken voor vergroening / sterke reductie bestrijdingsmiddelen) - En hoe verhoudt de lobby tegen Farm to Fork zich tot de verduurzamingsplannen van Nefyto en BasF in Nederland en het partnerschap van het Deltaplan Herstel Biodiversiteit?
Reactie NEFYTO/CROPLIFE EUROPE, ook namens BASF
In de inleiding bij uw vragen over onze opstelling ten aanzien van de Farm to Fork Strategie, stelt u dat de belangenorganisaties van producenten van gewasbeschermingsmiddelen zich verzetten tegen de plannen van de Europese Commissie. Dat is niet correct. Er wordt duidelijk gesteld dat CropLife Europe, Nefyto en de gewasbeschermingsmiddelenbedrijven: - hun rol willen spelen in de ambities van de Commissie voor het vinden duurzame oplossingen - niet tegen reductiedoelstellingen zijn - werken aan een duurzame toekomst voor boeren in Europa en in Nederland
CropLife Europe, Nefyto en de gewasbeschermingsbedrijven benadrukken het belang van het stellen van realistische doelen die zijn gevalideerd door een impact-analyse. Naar onze mening is het benadrukken van realistische doelen en de impactanalyse in het belang van iedereen. Het zorgt ervoor dat resources zodanig worden ingezet om de beste resultaten voor een duurzamere land- en tuinbouw te realiseren. En ja, het is niet wetenschappelijk bewezen dat reductiedoelstellingen van 50% de biodiversiteit zullen herstellen. Zoals ook ziekten, plagen en onkruiden niet zullen verdwijnen op basis van de aangegeven beleidsdoelen, ongeacht de landbouwmethode. De duurzaamheidsplannen van Nefyto zijn samengevat in de Nefyto Visie en Ambitie en in de 2030 commitments van CropLife Europe. Naar onze mening kan alleen een alomvattende benadering leiden tot behoud en herstel van biodiversiteit en tegelijkertijd zorgen voor voldoende, duurzaam geproduceerd en veilig voedsel. Ook bij het Deltaplan Biodiversiteitsherstel is het belangrijk om herstel van biodiversiteit te combineren met de belangen van boeren, tuinders en van onze voedselproductie. Binnen het Deltaplan blijft Nefyto zoeken naar mogelijkheden om voor beide aspecten aandacht te hebben.