Trigger warning: seksueel geweld
De Wet seksuele misdrijven lijkt – een jaar na intrede – te zorgen voor een flinke toename in het aantal meldingen van seksueel misbruik. Het is niet zeker of er ook meer misdrijven plaatsvinden, maar slachtoffers stappen eerder naar de politie.
Seks moet voor iedereen vrijwillig en gelijkwaardig zijn en moet plaatsvinden met wederzijds consent. Dat is het uitgangspunt van de Wet seksuele misdrijven. Met de intrede van de wet op 1 juli 2024 zijn meer vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag, ook online, strafbaar. Dit biedt slachtoffers van seksueel geweld strafrechtelijk gezien betere bescherming.
De aangepaste wetgeving geeft slachtoffers van seksueel misbruik meer mogelijkheden om aangifte te doen. Slachtoffers hoeven nu niet meer te bewijzen dat er sprake is van dwang, geweld of bedreiging. Het negeren van lichaamstaal, zoals wegdraaien of verstijven, is ook strafbaar geworden.
‘Bij een verkrachtingszaak moest eerder worden vastgesteld of er sprake was van dwang’, legt Gijs Sanders uit in een video van De Marker. Door de invoering van de wet kunnen slachtoffers in meer gevallen aangifte doen van verkrachting en aanranding. Soms durven slachtoffers pas jaren later een strafzaak te beginnen. Ook daarmee is rekening gehouden in de wet, die zegt dat verkrachting niet kan verjaren.
Verder gelden er hogere straffen voor een aantal seksuele misdrijven. Bijvoorbeeld voor verkrachting van een slachtoffer van twaalf tot zestien jaar oud. Voorheen was de maximale gevangenisstraf acht jaar. Dat is nu twaalf jaar. Ook zijn meer vormen van grensoverschrijdend seksueel gedrag strafbaar, waarbij offline en online gedrag even strafwaardig is:
‘Het gaat niet meer over het afdwingen van seksueel contact; het gaat erom dat je zeker weet dat beide partijen daarmee instemmen’, vertelt zedenadvocaat Ivonne Leenhouwers in De Nieuws BV.
Maar liefst zeventig procent van de slachtoffers bevriest uit angst wanneer de ander over hun grens gaat. De huidige wetgeving sluit hier beter op aan. De verantwoordelijkheid ligt niet meer bij het slachtoffer, maar bij de dader. ‘Hiermee is het dus aan degene die initiatief neemt om goed te letten op welke signalen je krijgt, in plaats van dat het alleen aan de ander is om duidelijk nee te zeggen en verzet te tonen’, aldus Gijs. Onder duidelijke signalen verstaat de wet:
Maar al is aangifte doen makkelijker, bewijzen is dat niet. Wanneer de verdachte een aanranding of verkrachting ontkent is er nog steeds voldoende steunbewijs nodig, zoals sporen op het lichaam, camerabeelden of berichtjes.
Er is nu meer strafbaar, dus de drempel om aangifte te doen is lager. Ook is er meer maatschappelijke aandacht voor seksueel geweld. Dat is terug te zien in de cijfers: de politie kreeg bijna 8000 meldingen in de eerste zes maanden van 2025, 1100 meer dan het jaar daarvoor. Het aantal aangiftes steeg met meer dan een kwart, tot ruim 2000 zaken. (Een melding kan anoniem zijn en informeert de politie alleen. Bij een aangifte wordt gevraagd om strafvervolging van de dader.) De politie gaat er niet van uit dat er opeens meer zedendelicten worden gepleegd.
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!