Is iedereen een beetje biseksueel?

De uitspraak ‘iedereen is wel een beetje bi’ heb je vast weleens gehoord. Maar wat is er eigenlijk van waar? Presentatoren Nina en Nanoah zoeken het uit in Alledaagse Vragen.

Biseksuele mensen voelen zich seksueel en/of romantisch aangetrokken tot meer dan één gender. ‘Dat kan dus mannen en vrouwen zijn’, aldus Alledaagse Vragen-presentator Nanoah, ‘maar ook bijvoorbeeld mannen en non-binaire mensen. Er vallen veel verschillende oriëntaties en voorkeuren onder de paraplu van biseksualiteit. Vandaar dat we ook weleens de term ‘bi+’ gebruiken, waar het plusje eigenlijk aanduidt dat het best een breed begrip is.’

Het korte antwoord: nee. De veelgehoorde uitspraak dat ‘iedereen een beetje bi is’, klopt niet en is bovendien niet heel handig. ‘Uit onderzoek blijkt dat een deel van de monoseksuele mensen – daarmee bedoelen we eigenlijk mensen die op één gender vallen, dus bijvoorbeeld alleen op mannen of alleen op vrouwen – door zo’n opmerking het idee kan krijgen dat hun monoseksualiteit wordt bedreigd’, weet Nanoah. Hierdoor neemt de kans op discriminatie van bi+-mensen juist weer toe.

Maar hoeveel mensen zijn dan wél biseksueel? ‘Op dit moment zegt 11% van de volwassen Nederlandse bevolking dat die zich aangetrokken kan voelen tot meer dan één gender’, aldus Marijn Hermanus, ambassadeur van Bi+ Nederland. Dat komt neer op zo’n twee miljoen Nederlanders. Ondanks deze omvang blijft de groep vaak nog onzichtbaar. Dit heeft ermee te maken dat het merendeel van de mensen in termen van hetero of homo – aantrekkingskracht tot slechts één gender – blijft denken.

Biseksuele mensen krijgen vaker dan mensen die op één gender vallen te maken met vooroordelen en geweld. Zo horen ze regelmatig dat ze zich slechts bevinden in een ‘fase’ en hun seksuele oriëntatie tijdelijk is. ‘Dat je in een proces zit van erachter komen hoe het werkelijk bij je zit’, aldus Hermanus, ‘en de suggestie is dan dat je ofwel hetero ofwel homo bent.’ Bij een onderzoek door de Rijksuniversiteit Groningen laat bijna de helft van de bi+-deelnemers weten hiermee te maken te hebben.

Biseksuelen worden zelfs binnen de queer community niet altijd goed begrepen of erkend. ‘Ik heb een relatie met een man’, legt presentator Nina uit over hoe zij dit ervaart, ‘dus dan is er toch altijd een soort gevoel van: "Zie je wel, uiteindelijk kies je voor de man." Maar aan de andere kant – ik date ook nog steeds weleens met vrouwen – zie je toch ook voorzichtigheid van: "Waarom ben je hier en wat zoek je hier?"’ Hoewel de meeste bi+-mensen met een relatie monogaam zijn, geeft een derde aan dat anderen vaak denken dat ze ontrouw zijn.

Alle vooroordelen bij elkaar zorgen ervoor dat uit de kast komen niet gemakkelijk is. Dat ervoer ook tv-maker Bastiaan Rosman, die met de documentaire To bi or not to bi onderzoekt hoe hij zijn biseksualiteit het beste kan omarmen. ‘Wat het zo moeilijk maakt is dat mensen het gewoon niet geloven. Ze zeggen: “Je kan geen keuze maken." Of: “Je bent gewoon homo, maar durft er nog niet voor uit te komen.” (…) wanneer je vaak dat soort reacties krijgt, stop je vanzelf met erover te praten. Maar daarmee stop je eigenlijk ook een deel van jezelf weg. Dan kan je niet écht jezelf zijn.’

De vooroordelen over biseksualiteit – waaronder de uitspraak dat iedereen wel een beetje bi zou zijn – mogen wat Nina en Nanoah betreft snel verdwijnen. De bijna twee miljoen Nederlanders die wél bi zijn, zouden juist volop van hun identiteit moeten genieten, benadrukt Nina: ‘Het is gewoon vet leuk om bi te zijn; er zijn zoveel leuke mensen op deze wereld!’