Een deel van de asielzoekers werkt niet. En dat heeft niets te maken met hun ambitie. Sterker nog: velen willen graag werken, maar regels maken dat lastig.
Eén op de vijf migranten werkt niet, 'en dat ligt niet aan de migrant, maar aan een warboel van regels en gedoe', legt Wulan Bekker van De Marker uit. Het grootste deel van de migranten die niet werken zijn asielzoekers.
Er gaat veel talent onder migranten verloren, concludeert het recent verschenen rapport van de Adviesraad Migratie. Dat geldt vooral voor asielzoekers: 'Deze groep wil werken, maar wordt op allerlei manieren tegengehouden.'
Tot 2023 gold er voor asielzoekers een maximum van 24 weken dat zij per jaar mochten werken, om geen valse hoop op een permanente verblijfsvergunning te krijgen. Deze regel werd in november 2023, mede dankzij de Nigeriaanse vluchteling Elvis, in strijd met het Europese recht verklaard. Omdat dit de kansen van asielzoekers op de arbeidsmarkt dwarsboomt. Sindsdien mogen zij dus meer dan 24 weken per jaar werken.
Kortom: asielzoekers willen graag werken, maar beleid houdt ze tegen terwijl de arbeidsmarkt ze hard nodig heeft. Twee derde van de Nederlandse ondernemers heeft namelijk een tekort aan personeel. Dus hoe zorgen we nou dat asielzoekers de kans krijgen om een steentje bij te dragen? Wanneer asielzoekers zich dan eindelijk een weg door die warboel aan regels en gedoe hebben gebaand, moeten bedrijven er wel voor openstaan om asielzoekers in dienst te nemen. Een struikelblok voor veel werkgevers is de beheersing van de Nederlandse taal. Maar dat is iets waar zij zich, volgens Mohammadi, niet blind op moeten staren. Het talent en de vaardigheden die zij in huis hebben zijn namelijk veel belangrijker, en die kunnen zomaar eens precies zijn wat er nodig is.
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!