Het Imposter Syndroom: veel mensen hebben er last van. Maar wat is het nou precies?
Ricky Mohabbat is de eerste in zijn familie die gaat studeren – hij klimt van het mbo op naar de universiteit. Maar of hij zich daar nou zo thuis voelt? ‘Ik zat dan in de collegebanken, als ik dan wat zei dacht ik: wanneer gaan ze erachter komen dat ik eigenlijk maar wat aan het doen ben?’ Ricky had last van het Imposter Syndrome.
‘Het gevoel dat je mee probeert te doen en dat het eigenlijk wel goed gaat, maar dat er op ieder moment iemand op een knopje kan drukken waardoor je in een zwart gat valt’, zo omschrijft Ricky het gevoel in De Nieuws BV. Mensen die lijden aan het Imposter Syndroom hebben het gevoel dat ze ieder moment door de mand kunnen vallen. Dat ze ontmaskerd worden als een bedrieger. Ze geloven – ten onrechte – dat hun behaalde successen enkel berusten op geluk, en niet op hun kwaliteiten.
Ricky is niet de enige die weleens het gevoel heeft ieder moment door de mand te kunnen vallen – 70% heeft weleens last van het Imposter Syndroom. ‘Het is iets universeels’, legt Ricky uit. ‘Ik had het op de universiteit, maar ik denk dat ook heel veel mensen dit hebben als ze beginnen met hun eerste baan of als ze bij een groep willen horen waar je eigenlijk niet helemaal bij past.’
Ricky ging studeren op het mbo, daar had hij nog nergens last van. Het ging goed: ‘Er waren daar nog veel mensen die op mijn leken: mensen van kleur waar ik me mee kon identificeren, mensen die ik ook in mijn dagelijks leven zag. Het mbo was ook niet zo uitdagend, dat deed ik met twee vingers in mijn neus.’
Na het mbo stroomde Ricky door naar een studie op het hbo: daar kwam voor het eerst het gevoel een ‘imposter’ te zijn. ‘Ik kwam in een hele nieuwe wereld terecht – wat mij heel erg fascineerde, maar tegelijkertijd ook intimideerde’, vertelt hij in Vroeg!. ‘Het was voornamelijk wit. Blonde meisjes waarin ik mezelf niet terugzag.’ Ricky is geboren en opgegroeid in Nederland, maar zijn beide ouders zijn afkomstig uit Suriname, waarna zij elkaar in Nederland hebben ontmoet. ‘Ik kon me niet spiegelen aan mensen. Ik kwam opeens in een wereld terecht waar ik opeens anders was. Ik begreep niet wat de regels van die nieuwe wereld waren. Toen begon het voor mij.’
Ricky was eerste generatie student, wat betekent dat hij de eerste uit zijn familie was die ging studeren. ‘Het eerste jaar was pittig: ik moest op een andere manier gaan leren en ik wist niet hoe ik dat moest doen. Het verschil tussen een hoor- en werkcollege wist ik niet, dat moest ik opzoeken. Ook van studiehandleidingen wist ik niet hoe ik die moest lezen. Ik kon daarvoor niet bij mijn vader of moeder aankloppen, want die hadden dat ook nog nooit eerder meegemaakt.’
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!