Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?
Wat wil Ikenna Azuike laten zien in Planeet Nigeria?
22-07-2019
•
leestijd 5 minuten
•
467 keer bekeken
•
Foto: Ikenna Azuike
Ikenna Azuike verwierf bekendheid met zijn satirische webshow What’s Up Africa. Nu gaat hij de diepte in: voor Planeet Nigeria trekt hij in zes delen door zijn geboorteland. ‘My friend! Wat doe je? Open die poort!’
Voordat we over Planeet Nigeria beginnen: leg even uit hoe een Nigeriaanse Brit dankzij Radio Nederland Wereldomroep beroemd wordt met een videoblog dat What’s Up Africa heet.
Dat is een beetje raar gegaan, ja. Op mijn zevende ben ik met mijn vader en moeder vanuit Nigeria naar Groot-Brittannië geëmigreerd. Ik werd jurist en ontmoette een Nederlandse vrouw. Toen we in 2008 in New York woonden en werkten, besloten we het roer om te gooien. We richtten een stichting voor duurzaamheid op, Strawberry Earth, en verhuisden naar Nederland, waar ik als stagiair journalistiek begon bij de Wereldomroep (tegenwoordig heet het RNW Media). Daar hielp ik met een radioprogramma over Afrika. Zo’n anderhalf jaar later kreeg ik het idee voor een videoblog, geïnspireerd door Jon Stewart (destijds presentator van het Amerikaanse satirische nieuwsprogramma
The Daily Show
, red.) en de YouTube-cultuur van snelle video’s. Dat werd
What’s Up Africa
. Ik mocht het maken voor de website van de Wereldomroep. Ondertussen heeft de BBC het opgepikt en toen werd al mijn werk als videoblogger gepubliceerd op de BBC World News TV, de Britse wereldzender.
Uit What's Up Afrika
Je wilde met What’s Up Africa de berichtgeving over Afrika bijstellen.
Ja. Die vond ik nogal eenzijdig: vooral ellende, ziekte, oorlog. Ik wilde nieuwe, eigentijdse verhalen vertellen.
What’s Up Africa
bestaat uit korte comedyvideo’s die leuk zijn om te maken, maar na een tijdje kreeg ik de behoefte om meer de diepte in te gaan. Zo kwam ik op het idee van
Planeet Nigeria
. Een zesdelige televisieserie over één Afrikaans land: dat kennen we hier nog niet.
Het eerste deel speelt zich af in de miljoenenstad Lagos. Daarin zien we een sloppenwijk gebouwd op een bodem van afval. Ook spreek je met immigranten die, staand in vies water, boomstammen naar een houtzaagmachine rollen. Is dat niet juist wat je wilde vermijden: een Afrikaans land in beeld brengen als arm en achtergebleven?
Waar het mij om gaat, zijn de verhalen van de gewone mensen. Luister naar wat gezegd wordt in die houtzagerij. Kijk hoe graag die man met een marketingdiploma daar wil werken. Niemand is lui. Inwoners van Lagos doen de
Nigerian hustle
: ze hebben drie of vier banen tegelijk. We waren niet op tijd om het muziekfestival Afropolitan Vibes te filmen, waar de jonge hipsters van Lagos komen. Jammer, maar vergeet niet dat zij slechts een klein deel van de bevolking uitmaken. Nigeria telt 200 miljoen inwoners en Lagos meer dan 20 miljoen, maar van die laatste groep leven maar weinigen op het superrijke Victoria Island. Je kunt Lagos vergelijken met Lionel Messi. De stad kan spectaculair zijn en prachtig en vindingrijk, zoals Messi in het shirt van FC Barcelona, maar ook teleurstellend – net als Messi wanneer hij voor Argentinië speelt.
De mensen die je portretteert, barsten van levenslust.
De Nigerianen verdienen een beter lot. De overheid moet meer doen. Een betrouwbaar elektriciteitsnetwerk alleen al zou het land veranderen. Als iedereen ervan op aankon dat er van acht uur ’s ochtends tot twee uur ’s middags stroom zou zijn, dan zou het bruto nationaal product een enorme stijging doormaken.
Ben je ook in het gebied geweest waar je vandaan komt?
Ja, en dat was ontzettend heftig. Ik krijg er kippenvel van, nu we het erover hebben. Mijn vader is anderhalf jaar geleden overleden en dat legde een emotionele laag over mijn bezoek. Ik ga met enige regelmaat naar Nigeria, maar tot 2012 was ik er 25 jaar lang niet geweest. Daar voelde ik me schuldig over. Toch werd ik van harte welkom geheten in het dorp van mijn vader in het oosten van Nigeria. Er vond een begrafenis plaats van een aangetrouwde oom, dus liepen er veel Azuikes rond. Iedere tak van de familie was, zoals de traditie voorschrijft, gehuld in de eigen, onderscheidende kleding - het leek net een aflevering van Game of Thrones. Ik werd omhelsd door mensen die ik niet kende, maar die het waardeerden dat ik de band in stand hield. Ik sprak neefjes en nichtjes die ik zelden zag of nog nooit had gezien. Allemaal familie. En dat terwijl ik gewend was om slechts met zijn drieën te zijn: mijn vader, moeder en ik.
Ben je nieuwe dingen te weten gekomen over je verwanten?
Ik probeer het verhaal van het moderne Nigeria te vertellen aan de hand van de geschiedenis van mijn vader en mijn grootvader. Zo kwam ik erachter dat mijn opa op school heeft gezeten met Nnamdi Azikiwe, de eerste president van het land. Die is nog bij ons thuis geweest. En twee ooms van mij dienden op acht- of negenjarige leeftijd als kindsoldaat in de Biafra-oorlog (Nigeriaanse burgeroorlog, 1967–1970, red.).
Wat heb je opgestoken van je reis?
Ik heb meer begrip gekregen voor mijn vader. Nigerianen zijn een opgewonden volk, ze zijn niet altijd even subtiel. Mijn vader was een bedachtzame, stille man. Nu begrijp ik waarom hij zich niet zo thuis voelde in Nigeria. Toen ik begon met het maken van video’s, snapte hij mijn fascinatie voor Nigeria niet. ‘Mensen willen ontsnappen aan dat land,’ zei hij. ‘Waarom wil jij terug?’
Ben je blij dat je terug bent gegaan?
Ik vond het heerlijk om mijn land te herontdekken. Het islamitische noorden, bijvoorbeeld. Dat was een openbaring. Ondanks de spanningen leven moslims en christenen er redelijk goed samen. Zo gaan christenen ook af en toe naar een shariarechtbank om conflicten op te lossen. En bij het islamitische feest, een spectaculair evenement met ruiters op paarden en een emir op een kameel, staan ook christenen te genieten. Aan de andere kant is er de Hisbah, de religieuze politie, die behoorlijk streng kan zijn. De politiek gebruikt religieuze en etnische rivaliteiten om stemmen te winnen. Dat is wat ik bedoel: de Nigerianen verdienen beter.
Ben je nog iets over jezelf te weten gekomen?
Ik heb geleerd wat mijn Nigeriaanse karaktereigenschappen zijn: gedrevenheid, ambitie en mijn uitbundige kant. Toch lijk ik ook op mijn vader. Ik vind het moeilijk om te schreeuwen tegen mensen, wat in Nigeria heel gewoon is. Als ik met de auto een ommuurde wijk in Lagos in moest en de bewaker bij de poort was nogal langzaam, dan zou ik tien minuten bezig zijn met een beleefde vraag: ‘Pardon, zou u misschien zo vriendelijk willen zijn om de poort voor me te openen?’ De gemiddelde Nigeriaan zou onmiddellijk beginnen te roepen: ‘
My friend!
Wat doe je? Open die poort!’
Kijk/lees/luister verder
Planeet Nigeria, Maandag 22 juli, NPO 2, 21.15