Belastingbetaler de dupe van Schipholkrimp

Schiphol krimpt het volgende vliegseizoen van 500.000 naar 460.000 vluchten. Het gevolg? Vliegtickets worden duurder en dus mag de belastingbetaler opdraaien voor de krimp. Dat blijkt uit een document rond de krimpplannen waarin het ministerie van Infrastructuur onomwonden stelt dat de consument de prijs zal betalen voor de reductie op Schiphol.

De Tweede Kamer besloot afgelopen donderdag dat demissionair minister Harbers door kan met zijn plan om de luchthaven vanaf april 2024 te verkleinen. De verwachting is dat de ticketprijzen voor vliegreizigers gemiddeld met zo’n 5 tot 10 procent stijgen, meldt luchtvaarteconoom Rogier Lieshout aan de Telegraaf. Dat percentage komt boven op de huidige prijzen die al flink gestegen waren het afgelopen jaar.

De krimp leidt tot overstappers die lang moeten wachten, ticketprijzen die stijgen, een beperkter aanbod van bestemmingen en meer reizen die beginnen in het buitenland. De krimp van 10 procent doet consumenten twijfelen of ze nog wel willen vliegen. Volgens Lieshout zal een deel inderdaad met de auto op vakantie gaan. Hij vermoedt dat een ander deel zal uitwijken naar andere buitenlandse luchthavens.

Luchtvaartmaatschappijen gaan de grens over. Zo breidde Corendon de afgelopen jaren al bewust uit op luchthavens net buiten Nederland, zoals Brussel en Weeze. Ook touroperator TUI houdt zich bezig met de verschuiving naar het buitenland. Topman Arjan Kers benadrukt dat Schiphol de basis moet blijven, maar dat de maatschappij kijkt naar meer samenwerking met TUI België en TUI Duitsland.

Kers vertelt de Telegraaf dat hij zich zorgen maakt over de prijsstijgingen. Volgens hem moet op vakantie gaan voor iedereen beschikbaar blijven en niet voor een deel van de consumenten onbetaalbaar worden. Maar luchtvaartmaatschappijen krijgen nou eenmaal te maken met hoge kosten. Dat komt doordat bij de krimp hun vloot en personeel minder efficiënt ingezet kunnen worden. Daarnaast betaalt de luchtvaartmaatschappij voor het gebruik van Schiphol. Die kosten moeten na de krimp door een kleiner aantal passagiers worden gefinancierd.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat constateert hetzelfde in een uitgebreid document over krimpplannen, de belastingbetaler zal de dupe worden. Het ministerie verwacht namelijk dat banen zullen verdwijnen en dat zorgt voor minder belastinginkomsten en hogere uitgaven aan toeslagen.

Luchtvaarteconoom Lieshout benoemt dat luchtvaartmaatschappijen de minst voordelige vluchten zullen schrappen. “Dat zijn met name korte-afstandsvluchten, vluchten met veel overstappers en weinig zakelijk vervoer en vrachtvluchten. Verre vluchten blijven grotendeels ongemoeid.”

Bron: ANP/De Telegraaf