Cv-ketel op gas blijft na 2026 toegestaan in appartementen en monumenten

De eis om een oude, versleten cv-ketel te vervangen door een warmtepomp, gaat niet gelden voor appartementen en monumenten. Woonminister Hugo de Jonge maakt hiermee een uitzondering op de eis dat vanaf 1 januari 2026 kapotte cv-ketels in woningen vervangen moeten worden door (hybride) warmtepompen. Het kabinet wil met dat plan huizen binnen afzienbare tijd verduurzamen.

Ook eigenaren van huizen die binnen tien jaar op het warmtenet worden aangesloten via de gemeente, hoeven de cv-ketel niet in te ruilen. Dat schrijft minister De Jonge in een brief aan de Tweede Kamer

De Jonge legt uit dat het bij (gestapelde) appartementen ingewikkeld is om warmtepompen te installeren, omdat ze geluidsoverlast kunnen geven of omdat er geen aparte ruimte voor is. In de praktijk kan dit ertoe leiden dat de eigenaar van een appartement een deel van zijn kelder moet afstaan voor de warmtepomp. Of er moet in iemands woning een geluidswerende kast worden geplaatst, die ook weer ruimte in beslag neemt.

De huizen met een monumentale status worden uitgezonderd omdat er een aparte vergunningsplicht voor nodig is. Mensen van wie hun huis binnen tien jaar op een warmtenet wordt aangesloten hoeven ook nog niet over te gaan op een warmtepomp, omdat ze anders twee keer moeten investeren in een korte tijd.

Als het aan het kabinet ligt, zijn in 2030 miljoenen woningen en gebouwen verduurzaamd en worden ze duurzaam verwarmd. Daarom wordt vanaf 2026 de (hybride) warmtepomp de norm voor het verwarmen van woningen, winkels, scholen en kantoren. 

Volgens minister De Jonge geeft deze nieuwe standaard een impuls aan de verduurzaming van woningen en gebouwen, vermindert het verbruik van kostbaar aardgas en stimuleert de technische ontwikkeling van de warmtepomp. Hierdoor stijgt de productie, daalt de prijs en wordt de warmtepomp een financieel nog aantrekkelijker alternatief voor de cv-ketel.

Momenteel verdient de investering in een warmtepomp zich in gemiddeld zeven jaar terug, gevolgd door een structureel lagere energierekening voor de gehele levensduur van de (hybride) warmtepomp, aldus het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. ANP/Rijksoverheid