In 2026 verandert de huurtoeslag: wat betekent dat voor jou?

Op 1 januari 2026 veranderen de voorwaarden voor het krijgen van huurtoeslag. Voor veel huurders met een lager inkomen is dat goed nieuws, want door de wijziging komen volgend jaar meer mensen in aanmerking voor huurtoeslag. De maximale huurgrens komt te vervallen en servicekosten tellen niet langer mee.

Volgens de huidige regels komen alléén mensen met een maandelijkse huurprijs tot maximaal 900,07 euro in aanmerking voor huurtoeslag. Daaronder valt de kale huur plus een aantal servicekosten. Voorzieningen als gas, water, licht en internet vallen erbuiten.

Is jouw huur hoger dan dat? Dan krijg je géén huurtoeslag, ook al zou je daar op basis van je inkomen wél recht op hebben.

In 2026 komt deze bovengrens te vervallen. Vanaf dat moment is er voor het bepalen van het recht op huurtoeslag geen sprake meer van een maximale huurprijs, meldt de Belastingdienst.

Dat betekent concreet dat er vanaf volgend jaar meer mensen in aanmerking komen voor huurtoeslag. Er zijn immers mensen die op basis van hun inkomen recht zouden hebben op huurtoeslag, maar het volgens de huidige regels tóch mislopen omdat ze – ongewenst – in een te dure huurwoning wonen bij gebrek aan alternatieven.

Of je huurtoeslag krijgt – en zo ja, hoeveel – is met ingang van 2026 dus voornamelijk afhankelijk van je inkomen, en niet langer van de combinatie 'inkomen' plus 'huurprijs'.

Wat volgend jaar ook komt te veranderen, is het meewegen van eventuele servicekosten in het bepalen van het recht op huurtoeslag. Vanaf volgend jaar tellen de servicekosten niet meer los mee: de voorwaarden worden immers versimpeld omdat met ingang van 2026 eigenlijk alléén het inkomen telt.

In de huidige situatie zijn er vier soorten servicekosten die mee kunnen tellen in het berekenen van de maandhuur op basis waarvan het recht op huurtoeslag al dan niet wordt toegekend.

Het gaat om:

• Kosten voor het schoonmaken van de gemeenschappelijke ruimten (galerij, trappenhuis, recreatieruimte)
• Energiekosten voor de gemeenschappelijke ruimten (alarminstallatie, lift, verlichting, ventilatie)
• Kosten voor de huismeester (of conciërge, wijkbeheerder of flatwacht)
• Kosten voor dienst- en recreatieruimten (voornamelijk van toepassing op seniorenwoningen)

Per type servicekosten wordt maximaal 12 euro bij de huurprijs opgeteld, ook als de daadwerkelijke kosten hoger zijn. Aan servicekosten kun je wat betreft de berekeningen voor de huurtoeslag per maand dus nooit meer dan 48 euro kwijt zijn. Dat bedrag wordt opgeteld bij je kale maandhuur en op basis van het totaalbedrag wordt de hoogte van de huurtoeslag bepaald.

Ontvang jij momenteel al huurtoeslag en heb je ooit servicekosten opgegeven? Dienst Toeslagen past dat voor je aan, dus daar hoef je zelf niks voor te doen. Vanaf eind november krijgen mensen voor wie dit geldt een nieuwe berekening voor 2026.

Als jij op dit moment geen huurtoeslag ontvangt, maar denkt het met ingang van volgend jaar op basis van de nieuwe regels wél te kunnen krijgen, moet je heel even geduld hebben.

Vanaf eind november is het mogelijk om een proefberekening te maken op basis van de toeslagregels van 2026. Dan zie je in één oogopslag of je vanaf volgend jaar wél in aanmerking komt voor huurtoeslag en wat de hoogte van de toeslag in dat geval wordt.

Zodra de rekenmodule voor 2026 beschikbaar is, laten wij het weten.

Bron: Belastingdienst