Kiekenrecord

Niet eerder sinds de start van de bescherming van de grauwe kiekendief, begin jaren negentig, kwamen er zo veel jongen groot in Nederland. In totaal 62 paartjes brachten maar liefst 156 jongen groot. "Maar voor een stabiele populatie hebben we nog meer vogels nodig", zegt beschermer Almut Schlaich van  Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels.

Over de reden van het succes is Schlaich helder: "Het was een heel goed muizenjaar. Bij de jonge kiekendieven van dit jaar vonden we ook relatief weinig 'hongerstreepjes' in de veren. Dat zijn de streepjes die in de groeiende veren ontstaan wanneer er even niet heel veel voedsel wordt aangevoerd. Maar de kiekendievenouders vlogen overal af en aan met muizen, dus er was voedsel zat. De keerzijde van dat verhaal is dat het in slechte muizenjaren ook meteen veel slechter gaat met het broedsucces van de kiekendieven."

Voor een goed broedsucces is ook de intensieve bescherming door de vrijwilligers van het kenniscentrum en de eigenaren van (vooral Groningse) akkers cruciaal. Schlaich: "We zetten in samenwerking met de boeren open kooien om de nesten die we vaak in graanvelden vinden. Daarmee zijn de eieren en jongen beschermd tegen oogstmachines, tegen rovers als vossen en katten en ook tegen het platwaaien van het graan in de wind. Zonder die intensieve bescherming zouden heel veel nesten het niet redden."

Voor een stabiele populatie zijn op zijn minst honderd broedparen nodig, schat Schlaich. "We moeten dus vooral doorgaan met dit intensieve beschermingswerk. Wij mensen hebben met onze landbouw het landschap drastisch veranderd, dus dan zijn we het ook aan deze prachtige vogels verplicht om ze te beschermen. Zonder dit werk zouden ze zonder twijfel verdwijnen uit Nederland."