Natuur en landbouw werken samen voor de patrijs

Het Land van Altena bestaat uit natuurgebiedjes en intensief agrarisch landschap. Wie de velden vergelijkt, ziet een enorm verschil in biodiversiteit. Maar daar proberen ze hier verandering in te brengen. Samen met Fien Oost van Brabants Landschap gaan we op zoek naar een van de vogels die hiervan profiteert: de patrijs.  

Tussen de molens en akkers bij De Oude Doorn ligt een landschap dat in de loop der jaren opnieuw kleur heeft gekregen. In 2017 ging daar een project van start waarbij op zeven procent van de 500 ha landbouwgrond de biodiversiteit moest groeien.  

“Dit is een van de plekken waar het Partridge-project loopt”, zegt Fien. Partridge is Engels voor patrijs en de ambassadeur. "We willen laten zien dat landbouw en natuur elkaar niet hoeven bijten.” Er kwamen heggen, bloemblokken en keverbanken. 

Het gaat niet alleen om het redden van de patrijzen, al is dat een doelsoort. De patrijs stelt hoge eisen en als je dus het gebied geschikt maakt voor de patrijs dan is het ook meteen geschikt voor andere soorten.  

Langs het pad rijst een iets hoger walletje op uit het veld: een keverbank, ingezaaid met kruiden en gras. Loopkevers vinden er beschutting, ook in de winter.  

Patrijzen vinden er voedsel, want die eten vooral loopkevers. De keverbank loopt uit op een braakliggend stukje grond, een braakstrook. “Hier zal je heel veel patrijzen zien zoeken naar eten”. 

“Als de patrijs zich hier kan handhaven, en de populatie dus niet achteruitgaat, dan doe je het heel goed”, zegt Fien. Het is namelijk een veeleisende vogel. Inmiddels is de biodiversiteit hier echt toegekomen.  

Zo kun je in het najaar in de uitgebloeide kaardenbollen puttertjes zien zoeken naar zaadjes. Ook duiken er twee boomvalken op: zij eten soms de kleine vogeltjes die hier overal zitten.  

Kijk zondag 26 oktober om 19.25 naar de aflevering over het Land van Altena op NPO2!