Van Zuiderzeekust naar natuurrijke meren

Het Drontermeer, Veluwemeer, Wolderwijd en Nuldernauw zijn vier aaneengesloten zoetwater meren vol vogels, vissen, waterplanten en watersporters. Samen vormen ze de Veluwerandmeren, een langgerekt natuurgebied. In nog geen honderd jaar veranderde de zoute Zuiderzeekust naar zoete meren met indrukwekkende onderwaternatuur, laat Marcel van den Berg van Rijkswaterstaat zien.  

De Veluwerandmeren scheiden Gelderland van de nieuwe provincie Flevoland. Ze zijn ontstaan in 1957 bij de aanleg van de Flevopolder. Het nieuwe land werd niet aan het oude vastgelegd, omdat we geleerd hadden bij de aanleg van de Noordoostpolder dat het water dan zou worden weggetrokken.  

De waterbuffer tussen de lage nieuwe polder en de hoge Veluwe zorgde dat niet het water er niet uit wegstroomde. Maar na de aanleg was het niet meteen een waterparadijs. Na de aanleg werd er nog veel afvalwater in geloosd waardoor er veel algen zaten en minder waterplanten, vissen en vogels.  

Halverwege de jaren tachtig is schoner water in het systeem gelaten. Langzaam herstelde het gebied en kwamen er waterplanten op. Waterplanten remmen de algengroei en leggen de bodem vast. Met de toename van de planten, verbeterde de waterkwaliteit.  

Nu kun je bijzondere waterplanten tegenkomen in de meren. Marcel laat de kranswieren zien, zoals sterkranswier. "Wat ik heel mooi vind, is dat je hiermee laat zien dat je ook een heel ecosysteem kan herstellen."

Andere soorten profiteren ook van de waterplanten. Voor veel vogels is het voedsel, zoals voor zwanen en meerkoeten maar ook voor de zeldzame krooneenden. Waterdiertjes kunnen erop leven en zich erin verschuilen, er is een heel ecosysteem ontstaan in die aanlegde meren. “Dat is de natuur die Europees gezien uniek is”, zegt Marcel.   

Kijk zondag 28 september om 19.25 naar de aflevering over de Veluwerandmeren op NPO2!