Steeds minder werknemers zijn lid van een vakbond, terwijl deze veel voor ze zou kunnen betekenen. Hoe zit dat?
In het kort: een vakbond onderhandelt namens werknemers met een werkgever voor een betere cao. Best handig dus; hoef je dat zelf niet meer te doen.
Dit heeft twee kanten: een individuele en een collectieve kant. ‘De individuele kant houdt in dat als je problemen ervaart op het werk, dat je dan bijgestaan wordt', zegt Yasmin Ait Abderrahman van FNV-vakbond Young & United in Alledaagse Vragen. 'De collectieve kant houdt in dat je in je eentje minder kunt bereiken dan met een grote groep. Het is dus belangrijk om je te verenigen door lid te worden van een vakbond.’
Als groep sta je sterker als je verandering wilt afdwingen. ‘Als je werkgever bijvoorbeeld weet dat niet veel werknemers lid zijn van een vakbond, dan zul je niet snel verandering zien. Maar als een groot gedeelte daarentegen wel lid is van een vakbond, dan kun je gezamenlijk meer druk uitoefenen en sta je als werknemer veel sterker in de onderhandeling’, aldus Ait Abderrahman.
Je kunt bij een vakbond terecht voor informatie en advies over werk, de uitbetaling van bijvoorbeeld je uitkering, en hulp bij conflicten op het werk. Voornamelijk jongeren denken regelmatig dat ze hier geen recht op hebben, maar dat is niet het geval. Vakbonden denken in mogelijkheden, kansen en oplossingen, volgens Ait Abderrahman: ‘De FNV-jongerenvakbond zet zich in om de sociale en financiële positie van jongeren te verbeteren. Het is ons doel om jongeren te helpen met het onderhandelen over problemen op het werk. Het is ons doel om deze groep te bereiken en te helpen.’
In de eerste vakbonden waren zowel de werknemers als hun werkgevers verenigd. 'Die vonden dat wel leuk: praten over het vak', aldus historicus Sjaak van der Velden in De Nacht van BNNVARA. Maar dat hield gauw op toen de werknemers om meer geld gingen vragen. 'Eerder gaven ze ook financiële steun aan de vakbonden; dat was toen wel afgelopen.' Rechten van werknemers waren er lange tijd niet: tot 1927 heeft er een wet gegolden waarbij 'bij een arbeidsconflict de meester (de baas) op zijn woord wordt geloofd'. Daarnaast was het tot 1872 verboden om te staken of een vakbond op te richten. 'Dat noemen ze het coalitieverbod: je mocht niet in gemeenschap eisen dat de lonen omhoog gingen. Dat mocht je wel individueel vragen, maar niet als groep.' Toch waren er af en toe mensen die dat durfden, 'dat waren de voorlopers'. Begin vorige eeuw kregen de vakbonden eindelijk een vaste plek aan tafel. In 1927 kwam de Wet op de cao (collectieve arbeidsovereenkomst) tot stand. 'Er werd echt naar ze geluisterd en ze mochten onderhandelen.'
Vakbonden krijgen de laatste tijd veel te maken met vergrijzing, weet Ait Abderrahman. Jongeren kiezen er steeds minder vaak voor om lid te worden: ‘De vakbond heeft zijn jeu een beetje verloren, want ze lopen leeg. Als je als jongere vanuit huis niet leert wat een vakbond is, dan weet je ook niet je weg ernaartoe te vinden.’ Daarnaast schrikken ook de kosten om lid te worden af. Vakbonden proberen dit op te lossen door hun lidmaatschapsprijzen voordelig te houden.
Niet alleen in Nederland neemt het aantal lidmaatschappen bij vakbonden af, daar hebben vakbonden in andere landen ook last van: 'Iedereen zit met de handen in het haar.' Over één algemene conclusie zijn ze het eens: de vakbondselite is de verbinding met de gewone man en vrouw een beetje kwijt. 'Maar dat kan niet het hele verhaal zijn', weet Van der Velden. Want dat hebben ze al vaker meegemaakt, zoals in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw bijvoorbeeld: 'Maar toen waren nog veel mensen lid van de vakbond, en enthousiast daarover.' Andere redenen die worden genoemd voor de terugloop in vakbondsleden zijn het individualisme en ook dat de arbeider van nu het simpelweg te goed heeft. 'Eigenlijk hebben mensen het over het algemeen zo goed, waardoor de grote meerderheid van de mensen denkt: "Het zal allemaal wel, ik heb een auto, ik heb een huis en ik ga twee keer per jaar op vakantie." Dat speelt in een land als Nederland best wel een rol.'
Het belang van een vakbond wisselt steeds: 'Misschien ontstaat er onverwachts toch weer een behoefte uit een bepaalde onvrede. Je kunt niet in de toekomst kijken, maar dat zie ik steeds gebeuren in de geschiedenis.' Dat zagen we de afgelopen jaren ook met stakingen. 'In de jaren vijftig is het einde van de staking aangekondigd, dat zou afgelopen zijn in de westerse wereld. En nu krijg je ineens enorme stakingsbewegingen in de westerse wereld.'
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!