Youri heeft al dertien jaar OCD en schrijft de hele dag alles op. Hij doet zijn verhaal in De Bovenkamer.
‘Ik zat alleen nog maar op een stoel, zestien uur per dag, drie jaar lang’, vertelt Youri aan Sahil in De Bovenkamer. ‘Alles wat je zou kunnen doen, leverde mij stress op. Stel dat ik naar buiten zou gaan, dan moest ik dat zestien keer doen. En dan kun je je voorstellen dat uiteindelijk op een stoel zitten overblijft. Kan dat het leven verpesten? Ja.’
Youri bracht zijn veertiende tot zijn zeventiende levensjaar door op een stoel, als resultaat van een obsessieve-compulsieve stoornis (in de volksmond beter bekend als OCD, de Nederlandse afkorting luidt OCS, red.). Het lukte hem met professionele hulp om deze vorm van dwang te overwinnen, maar nog steeds werkt de dwangstoornis op alle terreinen door in zijn leven. Youri is niet de enige: naar schatting heeft één tot drie procent van de mensen in Nederland last van deze dwangstoornis.
OCD is een dwangstoornis en valt onder de noemer van angststoornissen. Mensen met OCD hebben last van dwanggedachten (obsessies) of dwanghandelingen (compulsies), of een combinatie hiervan, legt psycholoog Lidewy Hendriks van MIND Korrelatie uit. Voor ieder persoon met OCD ziet dat er anders uit. ‘Het kan gaan over heel vaak je handen wassen, of het kan zijn dat je alles wil controleren. Of dat je je hele huis vol met spullen zet.’ Wat deze handelingen en gedachten met elkaar gemeen hebben, is dat je ze niet kunt controleren. Ook keren ze telkens terug, waardoor er maar weinig ruimte overblijft voor de andere belangrijke dingen in je dagelijks leven.
‘Veel mensen hebben het beeld dat het alleen gaat om ordenen en dingen op kleur leggen’, weet Youri. Er bestaan echter veel meer verschijningsvormen van OCD, legt hij uit, en vaak uit de dwang zich op meerdere manieren. Voor Youri bestaat zijn dag momenteel uit álles wat er om hem heen gebeurt registreren: ‘Ik kan eigenlijk niets loslaten. Dus ik schrijf alles op.’ Hoeveel hij opschrijft, verschilt per dag. ‘Als ik een slechte dag heb, dan schrijf ik zelfs op wat ik in mijn vuilnisbak heb gegooid.’
Bij OCD heb je dus last van dwanggedachten en -handelingen, maar daarnaast ervaar je ook nog eens veel angst en onrust, legt Hendriks uit: ‘We kunnen allemaal weleens meerdere keren aan iets denken, maar deze gedachten moeten echt zoveel angst opleveren dat iemand er echt onder lijdt.’ Een telkens terugkerende gedachte roept zoveel angst op, dat een persoon met OCD deze wil onderdrukken. En daar komen de dwanghandelingen uit voort: deze worden vaak ingezet om minder angst te voelen. Of je voert de handeling uit om te zorgen dat er niets ergs gebeurt. Dat kan er zo uitzien:
Sommige handelingen en gedachten lijken voor iemand zonder ervaring met dwang misschien nutteloos. ‘Maar je hebt verstand, en je hebt gevoel’, legt Youri uit. 'Bij OCD hebben die twee dingen vaak helemaal niets met elkaar te maken. Mijn gevoel is heel sterk bij dingen behouden en opschrijven.’ Daartegenover staat dat hij weet dat zijn handeling helemaal geen zin heeft. ‘Ik ga het nooit meer teruglezen, waarschijnlijk.’
'Je hebt een angst ergens voor, en dan voer je een handeling uit om de angst even te bezweren. Het vervelende is alleen dat het zich heel erg uitbreidt’, vertelt Hendriks. De hersenen worden als het ware iets nieuws aangeleerd.
Stel je voor: je bedenkt dat je drie keer je voeten moet vegen om ervoor te zorgen dat je dag goed verloopt, geeft Hendriks als voorbeeld. ‘Dan denken je hersenen: "Zie je wel? Dat is nodig." En dan doe je het de volgende dag weer, en die dag erna weer. Maar als je dag dan toch een keer fout gaat, dan heb je je voeten niet goed genoeg geveegd, of had je ze bijvoorbeeld vier keer moeten vegen.’ Hoewel op de korte termijn een handeling dus de spanning van een dwanggedachte weg kan nemen, verergert deze juist op de langere termijn.
OCD kan van grote invloed zijn op de levenskwaliteit. Een aantal gevolgen kunnen zijn:
Je kunt leren omgaan met OCD door vaardigheden aan te leren om beter om te gaan met onverwachte en nare gebeurtenissen. ‘Dan kun je op tijd herkennen dat je merkt dat je angsten weer toenemen, of dat je je weer zorgen gaat maken of je dwanggedachten beginnen’, legt Hendriks uit. ‘Maar het zal altijd wel je zwakke plek blijven.’ Een behandeling die kan helpen, is bijvoorbeeld cognitieve therapie – hierbij werk je met een therapeut aan het herkennen van de koppeling tussen situaties en niet helpende gedachten.
Youri heeft inmiddels veel vormen overwonnen, ‘maar echt van OCD afkomen, dat wordt hem niet’. Gedachten als ‘als ik dit niet doe, dan ga ik dood’ of ‘als ik dit niet aanraak, dan word ik ziek’ spelen nog regelmatig bij hem op. Ook is zijn neiging tot registreren vrijwel altijd aanwezig; ook tijdens het gesprek met Sahil, dat plaatsvindt op een druk stadsplein. ‘Al die gesprekken en mensen die voorbijlopen, krijgen we allemaal mee. Ik zie de hele tijd alles, ik hoor de hele tijd alles. En dan wil ik daar ook dingen van onthouden om straks op te schrijven.’
Een leven zonder OCD lijkt voor Youri onwaarschijnlijk: ‘Ik zal het altijd houden.’ Wel kan hij door professionele hulp beter functioneren dan eerst. De dwang verdwijnt daardoor heel soms wat meer naar de achtergrond: ‘Op een goede dag schrijf ik alleen een to-do-lijstje en wat inspiratie op.’
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!