Logo Kassa
Het consumentenplatform van BNNVARA.

Kun je dementie voorkomen of vertragen door veranderingen in je levensstijl?

  •  
30-01-2023
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
14139 keer bekeken
  •  
Dementie 1127

Dementie is volgens het CBS de snelst groeiende doodsoorzaak in Nederland. Er zijn momenteel zo’n 290.000 mensen met dementie en dit aantal zal explosief toenemen tot een half miljoen mensen in 2040. Dat voorspelt weinig goeds, maar kun je zelf dan niets doen om dementie te voorkomen? Afran Ikram, hoogleraar Epidemiologie verbonden aan het Erasmus MC, geeft er antwoord op. 

Af en toe wat vergeten, overkomt iedereen wel eens. Zeker op latere leeftijd wordt de gemiddelde mens vergeetachtig, dat is normaal en hoort er nu eenmaal bij. Er ontstaat pas een probleem wanneer het geestelijk vermogen stelselmatig afneemt tot het punt waarop het je functioneren ernstig belemmert. Dat noemen we dementie.  

Afran Ikram is hoogleraar en hoofd van de afdeling Epidemiologie aan het Erasmus MC. Hij houdt zich veel bezig met onderzoek naar dementie en weet er dus veel van af. Het verhaal begint allemaal bij de verschillende vormen van dementie en de oorzaken daarvan.

Welke vormen van dementie zijn er?

“Er zijn veel soorten van dementie, maar de meest voorkomende soorten zijn: de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie, frontotemporale dementie (FTD) en Lewy body dementie (LBD).”

Oké, vier veelvoorkomende soorten dus. Wat het onderscheid tussen deze soorten is? Dat lijkt op het eerste gezicht makkelijk uit te leggen. 

Wat zijn de verschillen tussen de verschillende vormen van dementie?

“Als je de hersenen van de mensen met deze veelvoorkomende soorten dementie onder een microscoop zou leggen, zou je heel specifieke schade zien. Bij Alzheimer zien we bijvoorbeeld dat de zogeheten Amyloïd-eiwitten en Tau-eiwitkluwen zich opstapelen in de hersenen, waardoor zenuwcellen in de hersenen kapotgaan.”

Bij vasculaire dementie zit dat weer anders. “Je ziet bij deze vorm met name dat de minuscule bloedvaten diep in de hersenen aangetast worden. Bij Lewy body dementie veroorzaken weer andere eiwitten de achteruitgang van de gesteldheid.”

Zuivere vorm van dementie komt weinig voor 

Het lijkt dus eigenlijk best overzichtelijk: elke vorm heeft zijn eigen oorzaak. Maar daar komt volgens Ikram dus de complexiteit van de ziekte om de hoek kijken.

In werkelijkheid komt dit ‘ideaalplaatje’ waarbij mensen een zuivere vorm van dementie hebben, niet zo vaak voor. “Sterker nog, bij de grootste groep mensen, de mensen die de diagnose ‘dementie’ gemiddeld rond hun tachtigste krijgen, zien we dat er bijna altijd een mengelmoes van beschadigingen aanwezig is.” 

Uitzonderingen daargelaten is dementie volgens de epidemioloog “geen ziekte waarvan je kunt zeggen: dit is dé oorzaak.” Het is een volgens hem een “multifactoriële aandoening, waarbij tientallen, zo niet honderden factoren in meerdere of mindere mate van invloed zijn op het ontwikkelen van de ziekte.” 

Waarom maakt dit de ziekte zo complex?

Dat zo’n 95 procent van de mensen met dementie te maken heeft met een niet-zuivere versie hiervan, maakt een oplossing dus heel complex. “Dat er verschillende oorzaken zijn die bijdragen aan het ontstaan van de ziekte, betekent dus ook dat er voor een groot deel van de mensen niet één oplossing voor het probleem is.” 

Er is in de meeste gevallen dus geen eenduidige oorzaak voor dementie aan te wijzen, maar je hoort wel vaak dat je er aanleg voor kunt hebben of dat het erfelijk zou zijn. Klopt dat eigenlijk wel? 

Is dementie erfelijk?

“Erfelijkheid speelt in alle gevallen van dementie een rol. Er is echter één groep mensen waarbij die erfelijkheid een hele sterke rol speelt: de groep die op jonge leeftijd dementie krijgt. Bij hen is er sprake van een genetische mutatie en ligt het dus al vast dat deze persoon de ziekte ontwikkelt.”

Bij de andere vormen van dementie speelt erfelijkheid wel een rol, maar Ikram bestempelt dit dan liever als aanleg; het is slechts één van de factoren die meespeelt bij het ontwikkelen van de ziekte. 

Kun je zelf iets doen om te voorkomen dat je dementie krijgt?

Dementie is dus een complex probleem. Heeft het nut om te proberen daar zelf iets tegen te doen? De epidemioloog is daar positief over. 

“Bij dementie die op latere leeftijd ontstaat, komt ook vasculaire schade (schade aan de bloedvaten) kijken. De schade die we dan zien, is vergelijkbaar met de schade die door hart- en vaatziektes veroorzaakt wordt. Dat betekent dus dat de kennis die we over die ziektes hebben, ook toepasbaar is op dementie en dat die kennis ingezet kan worden om de kans op dementie te verkleinen.”

Wat kun je zelf doen om de kans op dementie te verkleinen?

We weten allemaal dat zaken zoals een hoge bloedruk, suikerziekte, roken, een hoog cholesterol, weinig lichaamsbeweging en overgewicht allemaal risicofactoren zijn voor het krijgen van hart- en vaatziekten. 

Volgens de hoogleraar kunnen deze risicofactoren dus ook toegepast worden op dementie. “Deze zaken zijn niet alleen slecht voor het hart, maar ook voor de hersenen. Wil je dus kijken naar preventie van dementie? Dan moet je het op dit moment in deze hoek zoeken.” 

Wat je zelf kunt doen? Het zijn dus eigenlijk de ‘simpele’ en voor de hand liggende dingen. “Niet roken, niet drinken, veel lichaamsbeweging, gezond eten, sociale contacten en het trainen van je hersenen kunnen bijdragen aan het verkleinen van de kans op dementie. Je kunt het nooit helemaal voorkomen, maar deze dingen kunnen dus wel bijdragen aan het verkleinen van de kans dat je ermee te maken krijgt.”

Kun je de ziekte vertragen als je hem eenmaal hebt?

Maar stel nou dat je wel gediagnosticeerd wordt met dementie, kun je op dat moment dan nog iets doen om het verloop van de ziekte te vertragen? Ook daar reageert Ikram instemmend op.

“Dementie is een sluimerend proces en het krijgen van de diagnose is maar één moment in dat gehele proces. Je kunt het preventieproces beïnvloeden door voor een goede cardiovasculaire gezondheid te zorgen. Krijg je eenmaal de diagnose, dan kun je het verloop van de ziekte wederom met deze middelen beïnvloeden, zeker als je je nog in de vroege fase bevindt.”

Verder haakt de hoogleraar in op het trainen van je brein. Volgens Ikram helpen deze activiteiten, zoals het maken van een (kruiswoord)puzzel, maar moet je wel beseffen dat het geen wondermiddel is. “Het trainen van je brein helpt je niet om functies die je eventueel al kwijt bent terug te krijgen, maar draagt wel bij aan het langer intact houden van functies die je nog wél hebt.”

Is er al zicht op een medicijn?

Over een eventueel medicijn is Ikram voorzichtig. "Degene die een oplossing weet te vinden voor het eiwitprobleem, oftewel het neerdwarrelen van die verschillende eiwitten in de hersenen, kan rekenen op veel lof."

Volgens hem is die focus daarop echter niet helemaal juist, omdat het bij dementie dus vaak zo is dat er tal van oorzaken zijn en dat er een mengelmoes van problemen voorkomt in de hersenen. Met een medicijn dat enkel het opstapelen van eiwitten voorkomt, los je voor een grote groep mensen dus niet het hele probleem op.

"Voor de mensen die dementie krijgen door een genetische afwijking en dus een zuivere vorm hebben, zou het medicijn wel een uitkomst kunnen zijn. Mits ze een vorm hebben die door een opstapeling van eiwitten veroorzaakt wordt."

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.
BNNVARA LogoWij zijn voor