Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Nathalie Baartman: lokaal geteelde groente

  •    •  
19-10-2025
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
604 keer bekeken
  •  
Nathalie baartman column - foto steph nighten

Van links tot rechts, iedereen een voorstander van lokaal geteelde groenten. Ook Nathalie Baartman is een voorstander van bijvoorbeeld de valappel. Zo'n appel die geheel autonoom uit de boom is gevallen, niet opgepoetst zonder een laagje pesticide. "Lokaal geteelde groenten dus. Al heeft elke partij daar z’n eigen opvatting bij."

Lees hier de volledige column:

In verkiezingstijd is er een fenomeen waar de meeste partijen, van links tot rechts op de politieke flanken een voorstander van zijn: lokaal geteelde groenten. Je kan er ook niet op tegen zijn.

In een wereld gedreven door Big Tech is niets zo troostrijk als een courgette van Frank van Marloes die van olde Hosterink van die boerderij op de hoek bij die eik met dat bankje naast die sloot waar laatst nog een oude vrouw van de fiets viel.

Ik word ook altijd zielsgelukkig als ik wandelend door Azelo een tafeltje zie met daarop een enigszins vergane rieten mand met een bordje ervoor, waarop met stift en slordige letters geschreven staat: gratis valappels. Een blik in de mand toont enigszins gebutste exemplaren. In de gangbare optiek ook wel betiteld als: De minkukels van de vrije markt. Een gemiddelde supermarktketen haalt er z’n neus voor op. De klant wil immers symmetrie. Een appel zo perfect als de smetteloosheid van het nieuwe keukenblok. Maar ik ben flink gecharmeerd van die valappel. Een appel zoals een appel hoort te zijn. Geheel autonoom uit de boom gevallen, niet opgepoetst, niet voorzien van een laagje pesticide. En het mooist: het kleine, bruine deukje. Een appel, zoals het leven is. Zijn we immers niet allemaal valappels?  Ieder mens is in zekere zin getekend door een kwetsuur. Zo’n appel. En dan dat onschuldige gaatje, dwars door de roodgroene schil, omdat ook andere organismen dan Homo sapiens recht hebben op de weelderige vruchtbaarheid van Moeder Natuur.

Lokaal geteelde groenten dus. Al heeft elke partij daar z’n eigen opvatting bij. In het verkiezingsprogramma van de club met maar een lid, onze ZZZP-er in de politiek, de boze blonde, u kent hem wel, staat beschreven: wij pleiten voor promotie van Vaderlands Voedsel. Vaderlands voedsel. Rood-wit-blauw tomaten. Ik weet het niet. Vaderlands voedsel. Klinkt kolderiek. Alsof een paprika uit Naaldwijk het vertikt om onderdeel te worden van een Marokkaanse tajine. Alsof een aardappel in de grond loopt te schreeuwen: je mag me uit de aarde trekken, onder één voorwaarde: Maak van mij stamppot boerenkool. Ik zie het pamflet al hangen in het veld: Moos, anders wordt hier niet geoogst. Maar nee, het zal zo’n aardappel toch werkelijk worst wezen of ie verwerkt wordt in een Ethiopisch prutje, Indiase curry of tot verse friet.

Maar goed, groenten en fruit van eigen bodem worden alom gewaardeerd. Ouwehand, Jetten en Timmermans bejubelen de korte ketens; de duurzaamheid van het lage aantal transportkilometers. Van der Plas geeft graag ‘eigen teler eerst’ een duwtje in de rug.

Als je woordje ‘innovatie’ gebruikt dan is zelfs een Yesilgöz er voor te porren. En van het woord ‘streekproduct’ krijg je de conservatieven van ‘t CDA ook wel aan het kwijlen.

Kortom, het beste medicijn tegen de ziekelijke obsessie met thema migratie is de opgeheven vuist voor de autochtone pompoen. De inheemse bloemkool. De lokale sperzieboon. Ik zie het al jaren voor me: meer moestuinen, volkstuinen, herenboeren, in plaats van al die door intensieve veeteelt gedreven eindeloze weilanden met mais of Engels raaigras. De haver moet weer bloeien. De rogge moet weer stralen. Oftewel: leve de biologische akkerbouw voor een gezond Nederland..

Delen:
BNNVARA LogoWij zijn voor