Black Lives Matter protest Breda
© Emma Piere
Vijf jaar geleden gingen 60.000 Nederlanders de straat op. Verspreid over het hele land werden Black Lives Matter-protesten georganiseerd. Zo ook in Breda. Hier sprak Eline Kouwenberg (28), namens BO Diversity, tijdens de demonstratie. Hoe kijkt zij hierop terug?
In 2020 komen op het Chasséveld in Breda vijftienhonderd mensen samen voor het Black Lives Matter-protest, om zich uit te spreken tegen racisme en politiegeweld. De demonstratie wordt georganiseerd door meerdere organisaties uit Breda, waaronder BO Diversity, streeft naar een organisatie waar gendergelijkheid is bereikt. Eline Kouwenberg (28) is, namens BO Diversity, één van de sprekers tijdens de demonstratie. ‘Dat was natuurlijk heel erg speciaal’, vertelt die. ‘Je voelde dat er iets in beweging kwam.’
‘Er kwam natuurlijk een hele erge tegenbeweging’, legt Eline uit. Er waren toen ook coronamaatregelen: ‘Dus dat protesteren kreeg daardoor nog een extra laag van burgerlijke ongehoorzaamheid. En dat met elkaar voelen was natuurlijk heel speciaal.’
Veel mensen waren verbaasd door de grote hoeveelheid mensen die eerder al naar het BLM-protest op de Dam in Amsterdam waren gekomen. Hierdoor had Eline, samen met alle organisatoren, de mogelijkheid beter voorbereid te zijn. Het Chasséveld in Breda was ingedeeld in vakjes om de 1,5 meter afstand te houden. ‘Het had iets systematisch. Het is anders dan als je een hele grote kudde mensen ziet’, vertelt die. ‘Omdat het allemaal zo rechtlijnig was had je gewoon vijftienhonderd mensen op een heel groot plein die precies heel lineair aan elkaar waren opgesteld. Het zag er heel verenigend uit. Alsof het een samengesteld organisme was. Wat voor mij een sterke boodschap symboliseerde van samenhorigheid, en dat we ergens een grens trokken met zijn allen.’
Eline is destijds de enige witte spreker, daarom vind ze het belangrijk om vooral de andere sprekers in de spotlight te zetten. Ze spreekt zich om die reden ook vooral uit richting de witte mensen die aanwezig zijn. ‘Ik probeerde eigenlijk te bepleiten dat we het discomfort in onszelf moeten vinden en ons moeten afvragen als witte mensen: wat is nou belangrijk? Dat jij het misschien verkeerd doet en je daardoor schaamt, of dat we ons als collectief gaan uitspreken. Omdat er anders ook geen verandering komt. Mensen van kleur hadden ons echt nodig. Dus ik heb vooral gezocht naar de verbinding.’
Eline Kouwenberg
© Emma Piere
Nederland wordt vaak gezien als een heel solidair en liberaal land: een progressief land. Hierdoor wordt racisme in Nederland vaak verscholen achter een soort solidariteitssymboliek, legt Eline uit. ‘We houden ons vast aan het idee dat we heel erg voorlopen, maar dat is gewoon niet zo.’ Die ziet dit daarom heel erg als een tekortkoming: ‘Daardoor nemen we de problemen eigenlijk niet serieus genoeg.’
‘Ik denk dat er niet genoeg is veranderd’, aldus Eline. ‘Nederlanders zijn racisme wel gaan zien voor wat het daadwerkelijk is. Maar het blijft beperkt. Dat zou voor mij nog meer mogen.’
Sinds de Black Lives Matter-protesten wordt er meer gepraat over racisme en discriminatie, maar het blijft een complex onderwerp. ‘Je hebt natuurlijk bewuste en onbewuste discriminatie. Ik denk dat we vooral de bewuste vormen beter inzien. Maar ik denk dat we de onbewuste vormen vaker wel moeilijker vinden. Daar is het op landelijk niveau nog iets te veel bij een kringgesprekje gebleven.’
Eline vindt het belangrijk dat intersectionaliteit onder racisme maatschappelijk breed meer aandacht krijgt: ‘Dus wat het verschil kan zijn als je een zwarte man of zwarte vrouw bent. Wat betekent het als je zwart bent en je bent queer? Wat betekent het als je zwart bent en een beperking hebt? Wat zijn de dynamieken die er nou eigenlijk spelen? Uiteindelijk is zwart of wit zijn maar één deel van onze identiteit. Misschien voor zwarte mensen wel een groter deel, omdat je natuurlijk gemarginaliseerd bent. Die bewustwording mis ik soms nog’.
‘Ik denk dat het goed zou zijn om het nog vaker te hebben over wat het betekent om een racist te zijn’, vindt Eline. ‘Het woord racist zit in zo’n taboehoekje. (…) hoe kan het niet in ons zitten? Vanuit historische context. Voor een groot deel kan je er ook vaak als mens niet zoveel aan doen.
Ik denk dat als we daar overheen stappen als samenleving, dat idee dat je dan ook meteen inherent staat aan een slecht mens zijn, dat dat ook veel zuurstof aan het gesprek zou geven. En dat dat er ook eindelijk voor kan zorgen dat we racisme kunnen voorkomen. We zullen minder bang moeten zijn dat uit te spreken en ook te herkennen in onszelf.’
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!