Al 100 jaar voor een open, rechtvaardig en gelijkwaardig Nederland.

Sandra werkt bij Slachtofferhulp: 'Het rauwe verdriet raakt me het meest'

  •  
27-08-2025
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
1086 keer bekeken
  •  
Sandra Slachtofferhulp

Sandra werkt als casemanager bij Slachtofferhulp

© BNNVARA

Sandra Ruiter is casemanager bij Slachtofferhulp Nederland, een pittige baan maar bijzonder lonend. Hoe ervaart zij dit?

Slachtofferhulp Nederland ondersteunt jaarlijks honderdduizenden mensen die slachtoffer zijn van een misdrijf, verkeersongeval of calamiteit. De organisatie biedt emotionele steun, helpt bij praktische zaken, begeleidt slachtoffers en nabestaanden door het strafproces en ondersteunt bij het verhalen van schade. Vrijwilligers behandelen minder zware zaken. Zwaardere zaken gaan naar speciaal opgeleide casemanagers. ‘Wij zijn er voor de complexe, vaak levensontwrichtende situaties’, legt casemanager Sandra Ruiter uit in het kantoor van Slachtofferhulp Nederland.

Hoe begon Sandra bij Slachtofferwerk?

Ze werkt hier al zestien jaar en kent het klappen van de zweep. ‘Ik begon als juridisch medewerker. Ik moest de slachtofferverklaringen schrijven en kwam dus veel in contact met casemanagers. Daar leerde ik hun werk kennen, het soort zaken die ze doen, de band die ze opbouwen met cliënten. Toen dacht ik al snel: daar hoor ik eigenlijk. Die bredere hulpverlening sprak me aan. Toen ben ik binnen onze eigen academie en daarbuiten cursussen en trainingen gaan volgen over rouwprocessen en traumaverwerking en leerde ik hoe je hierin de juiste begeleiding kan bieden. Toen er een vacature vrij kwam voor casemanager, werd ik aangenomen.’

Over het programma 'Slachtofferhulp'


De meest gruwelijke berichten in de krant worden vaak afgesloten met; “Slachtofferhulp is ingeschakeld.” Het klinkt bekend maar wat houdt het eigenlijk in? Wat gebeurt er als de sirenes niet meer klinken, als de persconferentie is geweest, als de hulpdiensten zijn vertrokken? Op dat moment komen de casemanagers van Slachtofferhulp Nederland in actie. In de vierdelige documentaireserie van Elena Lindemans zien we hoe zes speciaal getrainde casemanagers te werk gaan: Peter, Inge, Sandra, Chantal, Femke en Gré. Zij zijn het vangnet voor slachtoffers en nabestaanden voor wie plotseling de grond onder hun voeten is weggeslagen. Ze helpen nabestaanden tijdens rechtszaken en het juridische proces, geven steun bij herdenkingen en begeleiden slachtoffers hun weg te vinden in een compleet veranderde wereld.

Slachtofferhulp is vanaf woensdag 27 augustus vier weken lang om 22.10 uur te zien bij BNNVARA op NPO 2

Nu werkt Ruiter als één van de veertig gespecialiseerde casemanagers die slachtoffers en nabestaanden van ernstige gewelds- en zedenzaken begeleiden. ‘Ik loop met mensen mee op een moment dat hun wereld compleet op z’n kop staat. Ik zie van dichtbij hoe mensen proberen te overleven in een situatie waarin ze vaak geen idee hebben wat hen te wachten staat.’

Wat houdt het werk van een casemanager bij Slachtofferhulp in?

In de nasleep van een levensdelict bijvoorbeeld, waar veel juridische, psychosociale en praktische vraagstukken bij komen kijken. Ruiter. ‘Soms moet er een nieuw huis geregeld worden, omdat iemand na een geweldsmisdrijf in een rolstoel is beland. Soms gaat het om het voorbereiden op een zware zitting in de rechtbank. Ons werk is heel breed.’

Ze benadrukt dat de casemanager vooral de brug vormt tussen een slachtoffer en een onbekende nieuwe wereld. ‘Cliënten zeggen: “Ik ben op een andere planeet beland en ik ken de regels hier niet.” Ik ben er om ze wegwijs te maken, en vooral om naast hen te staan. Mensen zijn nog volledig in shock. Dan krijgen ze opeens te horen dat de stoffelijke resten van hun kind naar het NFI gaan voor onderzoek. Voor families is het niet altijd duidelijk wat dat voor instantie is. Op zo’n moment helpt het dat ik daar zit, in hun eigen woonkamer, waar ze zich veilig voelen, om alle stappen nog eens uit te leggen.’

Hoe ziet een traject eruit?

Een traject met Slachtofferhulp begint vaak heel snel. ‘Als de veiligheid het toelaat, gaan we het liefst binnen 24 tot 48 uur na een incident op huisbezoek,’ zegt Ruiter. ‘De thuissituatie van een cliënt kan je veel vertellen. Zit er bijvoorbeeld een hele familie om hen heen of staat iemand er alleen voor? Dat zegt veel over hoe de opvang later zal verlopen. Het sociale netwerk is uiteindelijk het belangrijkste voor herstel.’

Een traject kan jaren duren. ‘De eerste zitting start vaak pas na een jaar. Daar wordt enorm naartoe geleefd. Daarna volgt vaak nog hoger beroep. Het contact is intens in het begin, daarna kan het een periode wat stiller zijn, om later weer te intensiveren richting de volgende zitting. Soms zie ik cliënten wekelijks, soms komt er af en toe alleen een appje. Het contact dooft meestal op een natuurlijke manier uit na de laatste zitting. We zijn geen vrienden, maar we staan dichtbij.’

Sandra Slachtofferhulp2

Sandra werkt als casemanager bij Slachtofferhulp

© BNNVARA

Hoe ziet een gemiddelde werkdag eruit?

Een gemiddelde werkdag bestaat nauwelijks vertelt Ruiter. ‘Vorige week zat ik ’s ochtends bij een pro-formazitting in de rechtbank. Daarna naar kantoor om stukken voor cliënten te printen en scannen. Vervolgens op huisbezoek zodat zij documenten konden tekenen. Daarna een gesprek met de officier van justitie en cliënten ter voorbereiding op een zitting. En toen nóg een huisbezoek. Soms ga ik mee naar een gemeente, een arboarts, een psycholoog of een buurtteam. In de rechtbank zit ik naast cliënten en hou hun emoties in de gaten: ik let op ademhaling, wiebelende benen, klemmende kaken. Ik leg uit wat er gebeurt, want niet alles uit een dik dossier komt aan bod in de rechtszaal. Dat kan paniek geven: “Weten de rechters wel dat…?” Dan kan ik geruststellen. De advocaat is bezig met zijn of haar taak, ik ben er voor de emotionele begeleiding.’

De afgelopen vijftien jaar heeft de ondersteuning van Slachtofferhulp zich verder ontwikkeld. ‘Met de komst van casemanagers is er veel veranderd, maar ook de samenwerking met de politie en het OM is enorm verbeterd. Vroeger moesten we blij zijn als we een zittingsdatum doorkregen. De samenwerking met politie en OM was in die tijd nog heel erg zoeken. We wisten niet altijd waar we mochten duwen of trekken.’

Wat doet een casemanager allemaal?

Sindsdien is er veel veranderd. ‘Slachtoffers hebben tegenwoordig veel meer rechten. De wet Versterking Positie Slachtoffers uit 2011 was echt een mijlpaal. Slachtoffers kregen recht op inzage in het dossier, op een gesprek met de officier van justitie, op schadevergoeding en al eerder op spreekrecht in de rechtszaal. In 2016 werd dat spreekrecht uitgebreid. Eerst mocht alleen de persoonlijke impact besproken worden, nu mag men over alles spreken, zoals de strafmaat. De kring met slachtoffers met spreekrecht is ook uitgebreid. Eerder mochten alleen de biologische ouders spreken, terwijl een stiefvader soms een veel nauwere band heeft. Daar wordt nu meer rekening mee gehouden.’

Toch gaat het in de praktijk niet vanzelf. ‘Op papier hebben slachtoffers veel rechten, maar het blijft soms vechten om die te waarborgen. Een straf voelt voor nabestaanden nooit genoeg. Sommige cliënten zeggen weleens: “Voer de doodstraf maar weer in.” Maar ik vraag me af of dat ooit voldoening geeft. Drie jaar is niet genoeg, levenslang misschien ook niet. Uiteindelijk komt de dader vrij en kan zijn of haar leven oppakken, en jouw geliefde nooit meer. Die balans komt er nooit.’

Hoe staat Sandra iemand bij na een ingrijpende gebeurtenis?

Wat wél verschil maakt, is erkenning en communicatie. ‘Als een officier uitlegt waarom hij acht jaar eist, voelt dat heel anders dan wanneer je het voor het eerst op zitting hoort. Hetzelfde geldt voor vonnissen. Een helder vonnis helpt bij het rouwproces. Sinds 2011 is dat echt verbeterd. Toch blijft het systeem ongelijk. Juridisch zijn er maar twee procespartijen: OM en verdachte. Slachtoffers mogen meedoen, maar zijn geen ­officiële partij. Dat voel je. Daarom is menselijke erkenning zo belangrijk, ook als er een fout wordt gemaakt. Excuses aanbieden helpt enorm bij het herstel.’

Wat doet het werk met haar? En hoe ontlaadt ze?

Het werk raakt Ruiter, maar ze heeft manieren gevonden om overeind te blijven. ‘Het rauwe verdriet raakt me het meest. Vooral als ik mezelf herken. Ik heb drie kinderen, dus een gezin waarvan een kind overlijdt komt dichtbij. Ik neem mijn werk mee naar huis, maar ik heb geleerd er niet aan onderdoor te gaan. We hebben veel vangnetten: frequente intervisies, mentale check-ups, collega’s die altijd klaarstaan. Ik kan altijd een psychosociaal-therapeut bellen. En ons team is hecht; we zoeken elkaar op als het te veel wordt.’

Privé ontlaadt ze met sport en muziek. ‘Crossfit, muziek maken, tijd met mijn gezin en vrienden doorbrengen. Dat is mijn support system. Ik kan thuis niet inhoudelijk over zaken praten, maar ik kan wel thuiskomen met tranen in mijn ogen en zeggen dat het heftig was. Dat helpt. Het is werk waarin je constant balanceert tussen nabijheid en afstand met cliënten. Je moet dichtbij genoeg zijn om echt steun te kunnen bieden, maar ver genoeg om het professioneel te houden en om niet zelf kopje-onder te gaan. Dat blijft balanceren.’

Wat heeft ze geleerd van het werk bij Slachtofferhulp?

Wat haar na zestien jaar nog steeds het meest raakt, is de veerkracht van de mensen. “Na gruwelijke gebeurtenissen bouwen ze toch een nieuw leven op. Niet zoals vroeger, het verlies blijft altijd onderdeel van hun leven, maar ze vinden een manier om door te gaan. Ik leer zoveel van mijn cliënten. Een vrouw wier broer was vermoord, wilde dat hij nog een beetje met haar meekeek. Ze liet een LEGO-poppetje maken dat precies op hem leek. Dat poppetje ging overal mee naartoe: in de auto, zelfs op vakantie. Het gaf haar troost. Dat idee heb ik inmiddels bij meerdere cliënten ingebracht. Ondertussen lopen er drie, vier mensen rond met zo’n poppetje van hun nabestaande.’

Ze ziet dagelijks dat rouw en herstel heel persoonlijk zijn. ‘Ik maak van dichtbij mee hoe verschillende culturen omgaan met rouw. Van een Ghanese gemeenschap die een hele familie draagt, tot iemand die in stilte een ritueel doet. Elke vorm van houvast is waardevol. Slachtofferschap discrimineert niet: ik kom in villa’s en driehoog-achter. Het mooiste blijft het moment waarop iemand, na al die stappen achteruit, ineens die eerste echte stap vooruitzet. Dat is waarvoor ik dit werk doe.’

Dit artikel verscheen eerder in de VARAgids. Als eerste lezen? Word abonnee of vraag een gratis proefnummer aan.

Meer over dit onderwerp?

Delen:
BNNVARA LogoWij zijn voor