Ali (1 jaar geleden gevlucht uit Syrië)
© Baksteen
Hoe het is om te vluchten, weten maar weinig Nederlanders. Toch leven er een heleboel vooroordelen over het leven van vluchtelingen. Wat doet dat met hen? Sil Birim en Midas ten Thije vragen het in Baksteen.
Ali (1 jaar geleden gevlucht uit Syrië): 'Het doet pijn als mensen dat zeggen. Als er geen oorlog was in Syrië, was ik nooit weggegaan. Dat geldt voor veel vluchtelingen. Het is heel moeilijk om je dierbaren achter te laten. Mensen verlaten hun land in angst. We hadden daar een goed en waardig leven. Door de oorlog die uitbrak zijn we alles kwijtgeraakt. Er waren luchtaanvallen in de stad en ik zag hoe mijn neefje om het leven kwam. Toen dacht ik: vandaag was het mijn neefje, misschien ben ik morgen wel aan de beurt.'
Abdallatyf Mannaa (8 jaar geleden gevlucht uit Syrië): 'Dan zeg ik: kom maar voor een week proberen mijn leven te leven, dan weet je wel wat mijn gevoel is en hoeveel moeite het me heeft gekost om een baan te krijgen. Ik heb, uit mijn hoofd, meer dan honderd sollicitatiegesprekken gedaan tot ik uiteindelijk een baan heb gevonden. Het was echt moeilijk. Toen ik werd aangenomen moest ik huilen, omdat ik zo blij was dat het eindelijk gelukt was. Het leven waar ik van had gedroomd ging eindelijk beginnen.'
Abdallatyf Mannaa (8 jaar geleden gevlucht uit Syrië)
© Baksteen
Sil Birim (23 jaar geleden gevlucht uit Syrië): 'Ik ken nu allebei de situaties; ik ken de situatie van gevlucht zijn en zoveel noodzaak voelen tot een eigen huis hebben, en ik ken nu ook de situatie van hier al zo lang wonen en leven en gewoon Nederlander zijn. En zelf ook uiteindelijk uit huis willen en lekker samen met vriendinnen wonen – en dan moeite hebben met een huis vinden. Maar als ik bedenk: ik wil graag met een vriendin wonen en dat kan niet of een vluchtelingengezin heeft een huis nodig dan kan ik er niet eens bij stilstaan dat je dan denkt dat je voorrang hebt. Als je gevlucht bent dan heb je huis en haard verlaten. Je hebt rust nodig, je hebt het nodig om vanuit een crisissituatie bij te kunnen komen en je wel veilig te voelen. Ik heb me heel onveilig gevoeld. Het is niet normaal, wonen in een asielzoekerscentrum, omdat je voelt dat er heel veel spanning, stress en onzekerheid heerst. Ik was niet rustig als kind. Ik was niet gerust. Ik was heel angstig. Dat had heel veel invloed op mij als kind, ik werd daar ziek van. Ik kreeg waanbeelden. Ik was zo angstig dat ik gewoon voor me zag alsof mijn vader werd neergestoken. Dat was niet zo, maar ik zag dat voor mij als kind. Ik werd daar ziek van, gaf veel over, had hele blauwe lippen. Compleet overgenomen door angst.'
Sil Birim (23 jaar geleden gevlucht uit Syrië)
© Baksteen
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!